Je hebt een vaas met `1200` balletjes, `500` rode, `400` witte en `300` blauwe. Bij elke kleur zijn `200` van de balletjes van hout, de andere zijn van plastic. Het verschil is niet te voelen. `B` is een aselect uit de vaas gepakt balletje.
Bepaal `text(P)(text(B is wit en B is van plastic))` .
Bepaal `text(P)(text(B is rood | B is van hout))` en `text(P)(text(B is van hout | B is rood))` .
Bepaal `text(P)(text(B is rood of B is van hout))` .
Op een school is onderzocht hoeveel leerlingen er roken. In de tabel vind je de resultaten van dat onderzoek.
rookgedrag | mannen | vrouwen | |
roken | 105 | 134 | 239 |
niet roken | 475 | 486 | 961 |
580 | 620 | 1200 |
Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat een willekeurige leerling van deze school rookt.
Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat een willekeurig meisje van deze school rookt.
Bereken in vier decimalen nauwkeurig de kans dat een willekeurige rokende leerling van deze school een meisje is.
`60` % van de artikelen die een fabriek maakt is van soort A, `40` % is van soort B. Er gaat wel eens iets mis. Van de artikelen van soort A moet `1` % worden afgekeurd. Voor soort B is dat zelfs `2` %.
Wat is de kans dat een aselect gekozen artikel van soort A is en wordt afgekeurd?
Wat is de kans dat een aselect gekozen artikel van soort B is en wordt goedgekeurd?
Wat is de kans dat een aselect gekozen artikel wordt afgekeurd?
Je kunt de productregel gebruiken om de kans te berekenen dat een afgekeurd artikel van soort B is. Doe dit.