Een Bernoulli-experiment is een kansexperiment met precies twee uitkomsten: "succes" of "mislukking" . Daarbij hoort een stochast `B` die de waarden `0` en `1` heeft en daarom zo'n kansverdeling:
`b` | `0` | `1` |
`text(P)(B=b)` | `1-p` | `p` |
Als je een Bernoulli-experiment
`n`
keer herhaalt en stochast
`X`
stelt het aantal successen daarbij voor, dan heeft
`X`
een binomiale kansverdeling. Een binomiaal kansexperiment bestaat dus uit
`n`
gelijke onafhankelijke experimenten met elk precies twee uitkomsten. De kans op
`k`
successen is
`text(P)(X = k) = ((n),(k))*p^k* (1 - p)^(n-k)`
.
Ook nu is
`p`
de kans op succes en verder is
`0 ≤k≤n`
. De variabelen
`n`
en
`p`
noem je de parameters van de binomiale verdeling.
Van een binomiaal verdeelde stochast met parameters
`n`
en
`p`
is de verwachtingswaarde
`text(E)(X) = n*p`
.
Hierin is de E (van
"expectation"
) het symbool voor de verwachtingswaarde.