Kansmodellen > Normale verdelingen
123456Normale verdelingen

Voorbeeld 1

De lengte `L` van een groep soldaten is normaal verdeeld met een gemiddelde van `μ = 182` centimeter en een standaardafwijking van `σ = 7` centimeter.

Bereken `text(Ρ)(170 < L < 180)` , `text(Ρ)(L < 180)` , `text(Ρ)(L = 180)` en bereken het percentage soldaten dat langer is dan `1,75` meter.

> antwoord

Al deze kansen zijn met de grafische rekenmachine te vinden.
Bekijk het Practicum .

  • `text(P)(170 < L < 180) ≈ 0,3443`

  • `text(P)(L < 180) ≈ 0,3875`

  • `text(P)(L = 180) = 0`

  • "Bereken het percentage soldaten dat langer is dan `1,75` meter" kun je vertalen naar:
    `text(P)(L > 175 | mu = 182 text( en ) sigma = 7) ~~ 0,8413` . Dat is gelijk aan ongeveer `84,13` %.

Opgave 3

Gebruik de gegevens uit Voorbeeld 1.

a

Wat betekent `text(P)(162 < L < 178 )` in dit verband?

b

Hoeveel procent van de soldaten heeft een lengte tussen `171` en `178`  centimeter?

c

Hoeveel procent van de soldaten heeft een lengte van precies `171`  centimeter?

d

Hoeveel procent van de soldaten van deze kazerne heeft een lengte vanaf `μ - 1,5*σ` tot `μ + 1,5*σ` ?

Opgave 4

Bioloog Peter Adriaanse heeft van `1000` koolwitjes de spanwijdte van de vleugels gemeten. Hij vond dat deze spanwijdte ongeveer normaal is verdeeld met een gemiddelde van `5,2`  centimeter en een standaardafwijking van `0,8`  centimeter.

a

Hoeveel procent van de gemeten koolwitjes had een spanwijdte van meer dan `6`  centimeter?

b

Hoeveel van de gemeten koolwitjes hadden een spanwijdte tussen de `5` en de `6`  centimeter?

c

Hoe groot is de kans op een koolwitje met een spanwijdte van minstens `6,5`  centimeter?

Opgave 5

Het gewicht `G` van een bepaalde appelsoort is normaal verdeeld met een gemiddelde van `150`  gram en een standaardafwijking van `17`  gram.

a

Hoe groot is de kans dat een appel van deze soort minder dan `140`  gram weegt?

b

Hoeveel procent van deze appels heeft een gewicht dat minder dan `10`  gram afwijkt van het gemiddelde?

Een groenteboer heeft nog `340` van deze appels.

c

Hoeveel daarvan zijn lichter dan `120`  gram?

Een klant koopt een zak met vijf appels van de groenteboer.

d

Wat is de kans dat minstens vier appels lichter zijn dan `120`  gram?

verder | terug