Kansmodellen > Normale verdelingen
123456Normale verdelingen

Testen

Opgave 19

Een zakje Cup-a-soup moet `17` g bevatten. Het gewicht van zakjes is normaal verdeeld. De vulmachine is zo ingesteld dat het vulgewicht `19` g bedraagt met een standaardafwijking van `1,5` g. Het vulgewicht komt overeen met het gemiddelde gewicht.

a

Hoe groot is de kans dat een zakje minder dan `17` g weegt?

b

Hoe groot is de kans dat een zakje Cup-a-Soup meer dan `17`  g weegt?

c

Hoeveel weegt `90` % van deze zakjes op zijn hoogst?

d

Hoeveel weegt `90` % van deze zakjes op zijn minst?

Opgave 20

Bij een groep van `1000` mannen is de bloeddruk normaal verdeeld met een gemiddelde van `128,5`  mm Hg met een standaardafwijking van `12,5`  mm Hg.

a

Hoeveel mannen hebben een bloeddruk die meer dan drie keer de standaardafwijking afwijkt van de gemiddelde bloeddruk?

b

Hoeveel procent van de mannen heeft een bloeddruk van meer dan `150` ?

c

Hoeveel bedraagt de bloeddruk van de `10` % mannen met de hoogste bloeddruk?

Opgave 21

Het vulvolume `V` van een pak melk is normaal verdeeld met een gemiddelde van `1,02` liter en een standaardafwijking van `0,015` liter. De consument verwacht `1`  liter melk te kopen.

a

Hoeveel procent van de melkpakken bevat minder dan `1` liter melk?

Het percentage dat je bij a hebt gevonden, wordt door de supermarkt die deze pakken verkoopt als te hoog bevonden. De supermarkt verlangt van de fabrikant dat het vulvolume wordt verhoogd, totdat maximaal `1` % van de pakken minder dan `1` liter melk bevat.

b

Bereken het vulvolume dat de fabrikant dan moet instellen. Geef het antwoord in milliliter nauwkeurig

verder | terug