Het gewicht van een glas is
`50`
gram met een standaardafwijking van
`2,8`
gram.
De glazen worden in doosjes van zes verpakt.
Wat is het gemiddelde gewicht van zo'n doosje?
Welke standaardafwijking hoort daarbij? Geef je antwoord in gram en rond af op één decimaal.
Jenna en Iris spelen een zelfbedacht spel met knikkers. Op basis van heel vaak spelen hebben ze berekend dat de volgende kanstabel bij het spel hoort:
`k` | `text(-)2` | `text(-)1` | `0` | `2` | `3` |
`text(P)(K=k)` | `0,0032` | `0,1634` | `0,3456` | `0,2473` | `0,2405` |
Kansvariabele `K` is het aantal knikkers winst/verlies per keer dat het spel wordt gespeeld.
Hoe groot is het verwachte aantal knikkers winst/verlies na `35` keer spelen?
Welke standaardafwijking hoort daarbij?
Wat is het gemiddelde aantal knikkers per spel dat je verwacht na `35` keer spelen?
Geef ook de bijbehorende standaardafwijking.
Een bepaald type dvd-recorder wordt in dozen verpakt die een gemiddelde hoogte van `10` centimeter hebben met een standaardafwijking van `4` millimeter. Bij een groothandel wordt een aantal van deze dozen in een magazijn opgeslagen.
Er worden `15` dozen op elkaar geplaatst. Bereken de verwachtingswaarde van de hoogte van de stapel dozen en geef de bijbehorende standaardafwijking.
Bij het vervoer van deze dozen gebruikt men een vrachtwagen met een hoogte van `2,5` meter en een standaardafwijking van `1,9` centimeter. Bij het beladen van deze vrachtwagen wil men stapels maken van `25` dozen. Welke standaardafwijking voor de hoogte mag een doos dan hebben?
Zal het altijd lukken om `25` dozen op elkaar te stapelen in een vrachtwagen? Leg uit waarom.
Voor de dagproductie geldt dat het gemiddelde gewicht van een pak suiker `1002` gram is met een standaardafwijking van `3` gram. Je trekt een steekproef van tien pakken suiker uit die dagproductie.
Welk gemiddelde gewicht zal de totale hoeveelheid suiker `T` in die steekproef hebben? En welke standaardafwijking hoort daarbij?
Bereken de kans dat het totale gewicht in de steekproef meer is dan `10` kilo.
Welk gemiddelde gewicht zullen de pakken suiker in de steekproef hebben? En welke standaardafwijking hoort daarbij?
Bereken de kans dat het gemiddelde gewicht van de pakken in de steekproef meer is dan `1` kilo.
Een groenteboer verkoopt bakjes met fruit. Er zijn bakjes aardbeien van `300` gram met een standaardafwijking van `10` gram. Er zijn bakjes bramen van `200` gram met een standaardafwijking van `8` gram. En er zijn bakjes frambozen van `100` gram met een standaardafwijking van `5` gram.
Els maakt jam met deze drie soorten fruit. Ze heeft ook geleisuiker nodig. De juiste
verhouding is
`1`
kilo suiker op
`1`
kilo fruit.
Els koopt één bakje aardbeien, twee bakjes bramen en drie bakjes frambozen.
Hoeveel gram fruit verwacht Els te kopen? En welke standaardafwijking hoort daarbij?
Een pak geleisuiker van `1` kilo heeft een standaardafwijking van `12` gram.
Bereken de kans dat Els te weinig suiker heeft in verhouding tot het fruit dat ze heeft.