Kansmodellen > Wortel-n-wet
123456Wortel-n-wet

Verwerken

Opgave 7

Het gewicht van een glas is `50`  gram met een standaardafwijking van `2,8`  gram.
De glazen worden in doosjes van zes verpakt.

a

Wat is het gemiddelde gewicht van zo'n doosje?

b

Welke standaardafwijking hoort daarbij? Geef je antwoord in gram en rond af op één decimaal.

Opgave 8

Jenna en Iris spelen een zelfbedacht spel met knikkers. Op basis van heel vaak spelen hebben ze berekend dat de volgende kanstabel bij het spel hoort:

`k` `text(-)2` `text(-)1` `0` `2` `3`
`text(P)(K=k)` `0,0032` `0,1634` `0,3456` `0,2473` `0,2405`

Kansvariabele `K` is het aantal knikkers winst/verlies per keer dat het spel wordt gespeeld.

a

Hoe groot is het verwachte aantal knikkers winst/verlies na `35` keer spelen?

Welke standaardafwijking hoort daarbij?

b

Wat is het gemiddelde aantal knikkers per spel dat je verwacht na `35` keer spelen?

Geef ook de bijbehorende standaardafwijking.

Opgave 9

Een bepaald type dvd-recorder wordt in dozen verpakt die een gemiddelde hoogte van `10`  centimeter hebben met een standaardafwijking van `4` millimeter. Bij een groothandel wordt een aantal van deze dozen in een magazijn opgeslagen.

a

Er worden `15` dozen op elkaar geplaatst. Bereken de verwachtingswaarde van de hoogte van de stapel dozen en geef de bijbehorende standaardafwijking.

b

Bij het vervoer van deze dozen gebruikt men een vrachtwagen met een hoogte van `2,5`  meter en een standaardafwijking van `1,9`  centimeter. Bij het beladen van deze vrachtwagen wil men stapels maken van `25` dozen. Welke standaardafwijking voor de hoogte mag een doos dan hebben?

c

Zal het altijd lukken om `25` dozen op elkaar te stapelen in een vrachtwagen? Leg uit waarom.

Opgave 10

Voor de dagproductie geldt dat het gemiddelde gewicht van een pak suiker `1002`  gram is met een standaardafwijking van `3`  gram. Je trekt een steekproef van tien pakken suiker uit die dagproductie.

a

Welk gemiddelde gewicht zal de totale hoeveelheid suiker `T` in die steekproef hebben? En welke standaardafwijking hoort daarbij?

b

Bereken de kans dat het totale gewicht in de steekproef meer is dan `10`  kilo.

c

Welk gemiddelde gewicht zullen de pakken suiker in de steekproef hebben? En welke standaardafwijking hoort daarbij?

d

Bereken de kans dat het gemiddelde gewicht van de pakken in de steekproef meer is dan `1`  kilo.

Opgave 11

Een groenteboer verkoopt bakjes met fruit. Er zijn bakjes aardbeien van `300`  gram met een standaardafwijking van `10`  gram. Er zijn bakjes bramen van `200`  gram met een standaardafwijking van `8`  gram. En er zijn bakjes frambozen van `100`  gram met een standaardafwijking van `5`  gram.

Els maakt jam met deze drie soorten fruit. Ze heeft ook geleisuiker nodig. De juiste verhouding is `1`  kilo suiker op `1`  kilo fruit.
Els koopt één bakje aardbeien, twee bakjes bramen en drie bakjes frambozen.

a

Hoeveel gram fruit verwacht Els te kopen? En welke standaardafwijking hoort daarbij?

b

Een pak geleisuiker van `1`  kilo heeft een standaardafwijking van `12`  gram.

Bereken de kans dat Els te weinig suiker heeft in verhouding tot het fruit dat ze heeft.

verder | terug