Kansmodellen > Normaal of niet?
123456Normaal of niet?

Uitleg

A B
grote kist kleine kist
`mu` (kg) `61,5` `28,9`
`sigma` (g) `208` `106`

Een groenteboer krijgt van twee boerderijen A en B peren aangeleverd. Hij heeft het idee dat het gewicht van de geleverde peren per boerderij verschilt. Hij wil van beide boerderijen steekproeven nemen om deze met elkaar te vergelijken, maar hun kisten met peren verschillen nogal in grootte, zie tabel.
De kansvariabelen zijn `G_(text(A))` , het gewicht van een kist van boerderij A, en `G_(text(B))` , het gewicht van een kist van boerderij B.

Om eerlijk te vergelijken vermindert hij een gemeten gewicht eerst met het bijbehorende gemiddelde `mu` , waarna hij het resultaat deelt door de standaardafwijking `sigma` . De waarde die daar uitrolt is de `z` -waarde `z = (G - mu)/(sigma)` van het gemeten gewicht `G` .
Dit noem je "standaardiseren" . Beide normaalkrommen worden daarmee verschoven zodat hun top op de verticale as ligt. Alleen de standaardafwijking bepaalt dan de "breedte" ervan. De `z` -waarde is daarom de hoeveelheid standaardafwijkingen die het gemeten gewicht afwijkt van het verwachte gewicht.

De groenteboer ontdekt dat meerdere kleine kisten een `z` -waarde van minder dan `text(-)1,5` hebben. Het gewicht van deze kisten is meer dan `1,5` standaardafwijking lager dan hun verwachte gewicht. De groenteboer begrijpt dat hij de gewichten van de kleine kisten van boerderij B nader moet onderzoeken.

Opgave 3

Bekijk in Uitleg 2 wat onder standaardiseren van een normale verdeling wordt verstaan.

a

Welke `z` -waarde heeft een grote kist met een gewicht van `62`  kilo? Voldoet hij aan de `95` %-norm?

b

Hoeveel standaardafwijkingen meer of minder weegt een kleinere kist met een gewicht van `28,85`  kilo dan de gemiddelde kleinere kist?

c

Bereken in twee decimalen welk gewicht de kleinere kist met `z` -waarde `text(-)1,5` heeft.

Opgave 4

Bekijk weer Uitleg 2.

a

Welke `z` -waarde krijgt een grote kist peren als hij precies het gemiddelde gewicht van `61,5` kg heeft?
Waarom geldt dit ook voor een kleine kist peren die zijn gemiddelde gewicht heeft?
Waarom kun je ze daarom eerlijk vergelijken?

b

Reken voor een kleinere kist peren na dat kisten die een gewicht hebben dat precies één standaardafwijking meer is dan het gemiddelde, een `z` -waarde van `1` hebben.

Welke `z` -waarde hebben kisten die precies één standaardafwijking minder wegen dan het gemiddelde?

verder | terug