Om een betrouwbare schatting te maken van de gemiddelde lengte van zonnebloemen in
midden-Frankrijk hebben onderzoekers een aselecte en representatieve steekproef van
`1000`
zonnebloemen getrokken. De gemiddelde lengte van deze
`1000`
zonnebloemen blijkt
`2,83`
meter te zijn met een standaardafwijking van
`75,9`
cm.
Omdat de steekproef voldoende groot is, mag je ervan uitgaan dat de steekproevenverdeling
normaal verdeeld is. Of de lengte van een zonnebloem normaal verdeeld is, maakt daarbij
niet uit.
Volgens de vuistregels zal in
`95`
% van de steekproeven de gemiddelde lengte van zonnebloemen in midden-Frankrijk liggen
tussen
`2,83 - 2 * (0,759)/(sqrt(1000)) ~~ 2,78`
m en
`2,83 + 2 * (0,759)/(sqrt(1000)) ~~ 2,88`
m
Het
`95`
%-betrouwbaarheidsinterval voor de gemiddelde zonnebloemlengte (m) is
`[2,78 ; 2,88]`
.
Het is ook mogelijk om de grenzen van het
`95`
%-betrouwbaarheidsinterval te berekenen met behulp van
`z`
-waarde
`1,96`
: je vervangt dan de
`2`
in de vuistregel door
`1,96`
. De
`z`
-waarde geeft voor een normale verdeling het aantal standaardafwijkingen aan dat een
bepaalde variabele verwijderd is van het gemiddelde.
Bij de zonnebloemen krijg je dan opnieuw de grenzen
`2,78`
en
`2,88`
.
Het voordeel van de `z` -waarde in plaats van de vuistregel is dat je dan ook andere betrouwbaarheidsintervallen kunt berekenen zoals bijvoorbeeld een `90` %- of een `99` %-betrouwbaarheidsinterval. Het betrouwbaarheidsinterval kun je aanpassen aan de eisen die het onderzoek verlangt. Dat is vergelijkbaar met de vaststelling van een significantieniveau bij een hypothesetoets.
Bekijk de
dat de lengte van een zonnebloem in midden-Frankrijk met een kans van `95` % tussen de `2,78` en de `2,88` meter ligt.
dat de gemiddelde lengte van een zonnebloem in midden-Frankrijk met een kans van `95` % tussen de `2,78` en de `2,88` meter ligt.
In de
Geef een verklaring voor deze factor.
De echte berekening van de grenzen van een betrouwbaarheidsinterval worden volgens de uitleg met `z` -waarden berekend.
Verklaar met berekeningen het gebruik van `z` -waarde `1,96` bij het berekenen van het `95` %-betrouwbaarheidsinterval.
Soms wil een onderzoeker een kleiner betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde in een populatie.
Wat kan een onderzoeker aan de steekproef veranderen om daarvoor te zorgen? Licht je antwoord toe.
Wordt het betrouwbaarheidsinterval groter als een betrouwbaarheid van `99` % wordt genomen in plaats van `95` %?