Bij een statistisch onderzoek wordt het populatiegemiddelde `mu ~~ 44` geschat. De standaardafwijking van de steekproevenverdeling is `sigma ~~ 1,2` .
Hoe groot zijn de grenzen van het `95` %-betrouwbaarheidsinterval van het populatiegemiddelde?
Het nagenoeg
`100`
%-betrouwbaarheidsinterval voor het populatiegemiddelde is
`bar(X) +- 3*sigma`
.
Hoe groot zijn de grenzen van het nagenoeg
`100`
%-betrouwbaarheidsinterval van het populatiegemiddelde?
Een laborant analyseert de concentratie in g/L van een actieve stof in een geneesmiddel. De standaardafwijking van deze concentratie is bekend. Deze is `0,0062` g/L.
Hoeveel metingen moet de laborant minstens doen om de breedte van het `95` %-betrouwbaarheidsinterval kleiner dan `0,01` te krijgen?