Steekproef en Populatie > Populatieproporties schatten
12345Populatieproporties schatten

Verwerken

Opgave 9

Bij een aselecte steekproef in een provincie blijken onder `1500` geënquêteerden er `833` tegen de aanleg van een provinciale weg te zijn.

a

Bereken de steekproefproportie. Rond je antwoord af op drie decimalen.

b

Bereken de standaardafwijking van deze steekproevenverdeling. Rond je antwoord af op vier decimalen.

c

Tussen welke percentages ligt binnen deze provincie het aantal tegenstanders van deze weg met een betrouwbaarheid van `95` % in een nieuwe steekproef?

Opgave 10

Een fabrikant in lampen verkoopt een doos met `100` lampen; `2` daarvan blijken kapot te zijn. De fabrikant beweert dat slechts `0,5` % van zijn lampen bij aankoop kapot zijn.

Toets de bewering van de fabrikant met een significantieniveau van `5` %.

Opgave 11

Uit een enquête in opdracht van de Stichting tegen Kanker van maart/april 2007 onder `1988` Belgen bleek `61` % voorstander te zijn van het rookvrij maken van cafés. In oktober 2006 was dat nog maar `55` % van een even grote groep.

a

Bepaal bij het onderzoek van oktober 2006 het `95` %-betrouwbaarheidsinterval. Geef je antwoord in procenten. Rond af op één decimaal.

b

Bepaal bij het onderzoek van maart/april 2007 het betrouwbaarheidsinterval bij een betrouwbaarheid van `95` %. Geef je antwoord in procenten. Rond af op één decimaal.

c

Welke conclusie kun je trekken?

Opgave 12

Minke heeft een dobbelsteen, waarvan ze zegt dat die onzuiver is. Ze beweert dat je gemiddeld in slechts `8` % van de keren 6 ogen gooit.
Bart gaat deze bewering toetsen. Hij gooit `30`  keer met de dobbelsteen en gooit `4`  keer 6 ogen.

a

Stel de hypothesetoets op.

b

Wat is de conclusie van Bart bij een significantieniveau van `10` %?

Opgave 13

Voorafgaand aan de verkiezingen worden opiniepeilingen gehouden. Met behulp van een aselecte steekproef wordt aan `2000` Nederlanders gevraagd naar de partij van hun voorkeur. Eén partij gaat in een opiniepeiling van `30` naar `31` zetels (van de `150` zetels in de Tweede Kamer).
Onderzoek of de partij met een betrouwbaarheid van `90` % zeker kan zijn van een zetel winst.

Opgave 14

Onderzoekers hebben door middel van een steekproef een bepaald kenmerk onderzocht. Zij concludeerden dat  `8` % van de steekproef het kenmerk heeft. Het `95` %-betrouwbaarheidsinterval is `[7,97; 8,03]` .

a

Toon aan dat de standaardafwijking van de steekproef `0,015` is.

b

Bereken de grootte van de steekproef.

verder | terug