Verbanden en verschillen > Verschil kwalitatieve variabelen
12345Verschil kwalitatieve variabelen

Verwerken

Opgave 9

Bekijk de figuur. Je ziet de voorkeuren voor lokale en landelijke politieke partijen in een Nederlandse gemeente afhankelijk van de leeftijdsgroep.

a

Maak een kruistabel voor deze gegevens.

b

Leg uit waarom je de mate van verschil tussen het stemgedrag van stemgerechtigde inwoners die hoogstens 35 jaar zijn en degenen die ouder zijn dan 35 jaar in ieder geval met verschilmaat `varphi` kunt bepalen.

De waarde van `varphi` voor deze gegevens is `text(-)0,02` .

c

Bepaal op basis van deze waarde met de vuistregels de mate van verschil tussen het stemgedrag van stemgerechtigde inwoners die hoogstens 35 jaar zijn en degenen die ouder zijn dan 35 jaar.

Opgave 10

Bekijk de drie 2-bij-2 kruistabellen met absolute frequenties die verzameld zijn voor een statistisch onderzoek.

school A school B
jonge docenten 83 78
oude docenten 115 47
kruistabel 1
workshop tekenen workshop muziek
klas A 20 10
klas B 14 7
kruistabel 2
uurloon voor vakkenvuller (€) supermarkt A supermarkt B

`2,5 - < 3,0`

12 19

`3,0 - < 3,5`

7 15
kruistabel 3

Beantwoord de vragen voor ieder van de drie kruistabellen.

a

Geef bij elke tabel aan welk verschil tussen de twee groepen er waarschijnlijk wordt bestudeerd. Geef ook het type variabele dat onderzocht wordt.

b

Heeft de onderzoeker bij deze gegevens verschilmaat `max V_(cp)` en/of `varphi` nodig voor een conclusie over het verschil tussen de twee groepen of volstaat hier het vergelijken van percentages? Licht je antwoord toe.

c

Als de onderzoeker verschilmaat `max V_(cp)` of `varphi` wil gebruiken om de mate van verschil tussen de groepen te bepalen, welke komt/komen dan in aanmerking voor deze gegevens? Licht je antwoord toe.

Opgave 11

Bekijk de tabel met de relatieve frequenties van het hoogst genoten onderwijs in twee regio’s in een land.

regio west regio oost
basisschool 6 3
lager voortgezet onderwijs 11 19,5
hoger voortgezet onderwijs 5,5 8
MBO 40,5 37
HBO 28 20,5
WO 9 12

Welke mate van verschil in hoogst genoten onderwijs bestaat er tussen de beide regio's?

Opgave 12

In een oud rapport van Kennisnet over ICT-gebruik in het onderwijs stonden deze gegevens over het gebruik van ICT-apparaten op scholen in het voortgezet onderwijs.

Leg uit in hoeverre je een betrouwbare uitspraak kunt doen omtrent het verschil in gebruik van ICT-apparaten tussen schooljaar 2012-2013 en schooljaar 2014-2015 op basis van de in a t/m d genoemde gegevens.

Geef aan welk verschil je ermee kunt onderzoeken (als het kan) en hoe betrouwbaar de conclusie is die je eruit kunt trekken.

a

De vorm van de cirkeldiagrammen.

b

De percentages die bij iedere cirkelsector horen.

c

`max V_(cp)`

d

`varphi`

(bron: Kennisnet)

Opgave 13

Bekijk de figuur. In een rapport van de Universiteit Twente staat een overzicht over het bezoek aan sociale netwerksites.

Onderzoek de mate van verschil tussen mannen en vrouwen wat betreft de frequentie van hun bezoek aan sociale netwerksites.

Opgave 14

Een farmaceutisch bedrijf heeft een studie gedaan naar het ontstaan van hartfalen tijdens het slikken van hun nieuwe combinatietablet met aspirine. Een journalist is erg geïnteresseerd in de resultaten van deze studie, maar het bedrijf is niet erg scheutig met informatie. Hij weet ondertussen wel het volgende:

  • de steekproefgrootte van de studie is `22071` ;

  • het totale aantal personen in de steekproef dat géén last van hartfalen kreeg tijdens de studie is `21693` ;

  • het aantal personen in de studie dat aspirine slikte en géén last van hartfalen kreeg tijdens de studie is `10898` ;

  • het aantal personen in de studie dat géén aspirine slikte maar wel last van hartfalen kreeg tijdens de studie is `239` .

Volgens de journalist heeft hij genoeg aan deze gegevens om zelf de mate van verschil te berekenen tussen het ontstaan van hartfalen tussen de groep die wel aspirine slikte en de groep die dat niet deed.

a

Laat zien dat dat inderdaad kan en trek een conclusie omtrent de mate van het genoemde verschil.

Stel je de situatie voor dat de journalist alleen de absolute frequenties te horen kreeg zoals getoond in deze tabel:

hartfalen geen hartfalen

aspirinegebruikers

`10898`

geen aspirinegebruikers

`239` `10795`

Hij kan dan de minimale hoeveelheid personen berekenen die aspirine slikten en tijdens de studie hartfalen kregen zodanig dat het verschil tussen de groep die wel aspirine slikte en de groep die dat niet deed "groot" te noemen is. Met behulp van deze kennis kan hij het farmaceutische bedrijf streng ondervragen.

b

Stap nogmaals in de schoenen van de journalist en bereken dit minimumaantal.

verder | terug