Iemand doet aan twee kansspelen mee. Bij het eerste spel kan hij 2, 4, of 6 punten verdienen, bij het tweede spel 0 of 10 punten. Op grond van voorgaande resultaten heeft hij deze kansverdelingen opgesteld.
2 | 4 | 6 | 0 | 10 | |||
0,20 | 0,30 | 0,50 | 0,40 | 0,60 |
Voor de wedstrijd moeten de scores van beide spelen worden opgeteld. Daarbij past deze kansverdeling:
2 | 4 | 6 | 12 | 14 | 16 | |
0,08 | 0,12 | 0,20 | 0,12 | 0,18 | 0,30 |
Je kunt nu zelf nagaan dat: en en . Hier geldt dus dat de verwachtingswaarde van gelijk is aan de som van de afzonderlijke verwachtingswaarden.
Ook kun je nagaan dat: en en . Ook de variantie van gelijk is aan de som van de afzonderlijke varianties.
Omdat moet gelden .
Ga na, dat .
Bekijk de kansverdelingen in de
Beschrijf hoe de kansverdeling van tot stand is gekomen.
Welke stilzwijgende aanname is daarbij gedaan?
In de
Bereken zelf de verwachtingswaarden van , en en ga na dat .
Bereken zelf de standaarddeviaties van , en en ga na dat .
Waarom wordt deze manier van optellen van standaardafwijkingen wel "pythagorisch optellen" genoemd?