Discrete kansmodellen > Wortel-n-wet
123456Wortel-n-wet

Antwoorden van de opgaven

Opgave 1
a

Zie de Uitleg , maar probeer eerst zelf de antwoorden te vinden.

b

Zie de Uitleg , maar probeer eerst zelf de antwoorden te vinden.

Opgave 2
a

Doen. Gebruik je GR.

b

De verwachting is 12 6,22 = 74,64 75 punten met een standaardafwijking van ongeveer 12 2,56 8,87 .

c

De verwachting is 12 6,22 12 6,22 punten met een standaardafwijking van ongeveer 12 2,56 12 0,74 .

d

Op zich lijkt dat wel logisch: naarmate je vaker schiet zul je gemiddeld dichter bij je gemiddelde uitkomen, dus zal de spreiding om dat gemiddelde kleiner worden.

Opgave 3
a

Maak eerst de kansverdelingen van X en 2 X .
E ( 2 X ) = 7 en σ ( 2 X ) 2,42 .

b

E ( 2 X ) = 2 E ( X ) en σ ( 2 X ) = 2 σ ( X ) .

c

Maak eerst de kansverdeling van M ( M heeft de waarden 1; 1,5; 2; 2,5; ...; 6).
E ( M ) = 3,5 en σ ( M ) 1,21 .

d

E ( M ) = E ( X ) en σ ( M ) = σ ( X ) 2 .

Opgave 4
a

De kansverdeling van het getrokken getal X bij trekking van één balletje is:

x  2  3  5  7 12
P ( X = x ) 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2

E ( X ) = 5,8 en σ ( X ) 3,53 .

b

De kansverdeling van het gemiddelde van twee getrokken getallen G bij trekking van twee balletjes is:

g  2   2,5  3   3,5  4   4,5  5   6   7   7,5  8,5  9,5 12
P ( G = g ) 0,04 0,08 0,04 0,08 0,08 0,08 0,12 0,08 0,12 0,08 0,08 0,08 0,04

E ( G ) = 5,8 en σ ( G ) 2,51 .

c

De verwachtingswaarden zijn gelijk.

d

σ ( G ) = ( σ ( X ) ) 2 + ( σ ( X ) ) 2 2 = 2 σ ( X ) 2 = σ ( X ) 2 .

Opgave 5
a

5 104,3 = 521,5

b

5 3,5 7,83

Opgave 6
a

5 104,3 5 = 104,3

b

5 3,5 5 1,57

Opgave 7
a

1 kg pak: 1002 g; 10 kg pak: 10020 g.

b

1 kg pak: 4 g; 10 kg pak: 10 4 12,65 g.

c

Het verwachte gewicht is 1002 g met een standaarddeviatie van ongeveer 1,26 g.

d

Het verwachte gewicht is 1002000 g met een standaarddeviatie van ongeveer 126,49 g.

e

Het verwachte gewicht is 1002 g met een standaarddeviatie van ongeveer 126,49 1000 4 g.

Opgave 8
a

H is hoogte van één doos en E ( H ) = 10 en σ ( H ) = 0,4 cm.
Voor 15 dozen: E ( 15 H ) = 150 en σ ( 15 H ) = 15 0,4 1,55 cm.

b

σ ( 25 H ) mag nu maximaal 1,9  cm zijn. Dus 25 σ ( H ) 1,9 , zodat σ ( H ) 0,38 cm.

Opgave 9
a

De zegels zijn 3 bij 3  cm.

b

0,5 500 0,022 cm.

c

Verwachte lengte 60  cm met standaardafwijking ( 20 ) 0,022 0,1 cm en verwachte breedte 30  cm met standaardafwijking 10 0,022 0,07 cm.

Opgave 10
a

P ( X = 30 | n = 50 en p = 0,8 ) 0,0006

b

De verwachting per plant is 0,8 met een standaardafwijking van ( 50 0,8 0,2 ) = 0,4 .
Bij 50 planten kunnen er naar verwachting 50 0,8 = 40 worden geoogst met een standaardafwijking van 50 0,4 2,83 .

c

Bij 10.000 planten kunnen er naar verwachting 10000 0,8 = 8000 worden geoogst met een standaardafwijking van 10000 0,4 = 40 .

Opgave 11
a

De kansverdeling van het getrokken getal X bij trekking van één kaartje is:

x  3  7 11 15
P(X = x) 0,25 0,25 0,25 0,25

E ( X ) = 9 en σ ( X ) 4,47 .

b

De kansverdeling van het som van de getrokken getallen S bij trekking van twee kaartjes is:

s  6 10 14 18 22 26 30
P(S = s) 0,0625 0,1250 0,1875 0,2500 0,1875 0,1250 0,0625

E ( S ) = 18 en σ ( S ) 6,32 .

c

E ( S ) = E ( 2 X ) = 2 E ( X ) en σ ( S ) = σ ( 2 X ) = 2 σ ( X ) .

d

De kansverdeling van het gemiddelde van de getrokken getallen G bij trekking van twee kaartjes is:

g  3  5  7  9 11 13 15
P(G = g) 0,0625 0,1250 0,1875 0,2500 0,1875 0,1250 0,0625

E ( G ) = 9 en σ ( G ) 3,16 .

e

E ( G ) = E ( X ) en σ ( G ) = σ ( X ) 3 .

Opgave 12

De lengte van één zegel is 15,5 4 = 3,875 cm met een standaardafwijking van 0,075 4 = 0,0375 cm.
De breedte van één zegel is 15,5 5 = 3,1 cm met een standaardafwijking van 0,075 5 0,0335 cm.

verder | terug