Werken met formules > Formules herschrijven
1234567Formules herschrijven

Voorbeeld 3

Als breuken gelijknamig zijn mag je ze bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.

`2/9+5/9=7/9`

`5/a-2/a=3/a`

Als je breuken met verschillende noemers wilt optellen of aftrekken, moet je ze eerst gelijknamig maken.

`2/3+3/5=10/15+9/15=19/15=1 4/15`

`4/x+3/y=(4y)/(xy)+(3x)/(xy)=(3x+4y)/(xy)`

Breuken vereenvoudig je door teller en noemer door hetzelfde te delen.

Hier zie je nog een paar voorbeelden (ga ervan uit dat je nooit door `0` deelt):

  • `2/a - 5/b = (2 b) / (a b) - (5 a) / (a b) = (2 b - 5 a) / (a b)`

  • `2/ (3 a) + 5/(a^2) = (2 a) / (3 a^2) + 15/ (3 a^2) = (2 a + 15) / (3 a^2)`

  • `2/x - 1/ (x + 3) = (2 ( x + 3 )) / (x ( x + 3 )) - x/ (x ( x + 3 )) = (x + 6) / (x ( x + 3 ))`

Opgave 8

Schrijf als één breuk.

a

`2/a + 1/a`

b

`2/a - 1/b`

c

`(4a)/3 + (text(-)3)/(5a^2)`

Opgave 9

Schrijf als één breuk.

a

`1/x + 2/ (x + 1)`

b

`(2 x) / (x^2 - x) + 1/ (x + 1)`

c

`5 / (x^2 - 1) - 14/ (2x + 2)`

d

`(5x+25)/(x^2+3x-4)-5/(x^2+3x-4)`

verder | terug