In de vergelijking `2 ( x - 4 ) ^2 = 32` komt de onbekende `x` maar op één plek voor. Je kunt hem oplossen met terugrekenen.
Je zoekt eerst uit hoe je heen rekent vanuit `x` :
Vervolgens ga je terugrekenen:
Je vindt: `x = ± sqrt( 32/2 ) + 4` en dus `x = 0 vv x = 8` .
Controleer door in te vullen.
Los de vergelijkingen op door terugrekenen.
`5t - 20= 100`
`( 3 * t - 20 ) ^2 = 1600`
`3 * p^3 = 81`
`2sqrt(2x - 4) = 12`
`3*sqrt(0,5x - 4) - 2 = text(-)3`