Los het stelsel van drie vergelijkingen op.
`{( 3x + 3y + z, = , 4),(2x-y+z, =, 24), (text(-)x+3y+2z, = , text(-)47):}`
Een beginnend restaurant koopt tafelgerei in: borden, kommen, en bestek. De uiteindelijke
bestelling voldoet aan een paar criteria.
Borden koop je in sets van vijf, en een set kost € 7,50. Kommen zijn te koop in sets
van vier, voor € 4,80 per set. Bestek kost € 6,00. Afzonderlijke borden en kommen
zijn
`0,4`
kg per stuk, en een bestekset weegt
`2`
kg.
De manager wil dat er twee keer zoveel borden als kommen ingekocht worden. De eindbestelling
weegt
`500`
kg, en het totale kostenplaatje is € 1560,00.
Stel een stelsel van drie vergelijkingen op die aan het bovenstaande voldoet, en waarmee je kan uitrekenen hoeveel borden, kommen en bestek er besteld zijn.
Los het stelsel van vergelijkingen op. Hoeveel sets borden, kommen en bestek zijn er besteld?