Gegeven zijn de functies `f(x)=(2x-3)(x^2-4)` en `g(x)=4x-7`
Bereken `f(5)-g(2)` .
Bereken algebraïsch de nulpunten van `f` .
Los op: `f(x) < g(x)` . Rond af op één decimaal.
Je ziet hier drie grafieken in het `O x y` -assenstelsel van een grafische rekenmachine.
Bij welke van deze grafieken is `y` een functie van `x` ?
Bij welke van deze grafieken is `x` een functie van `y` ?