Functies en grafieken > Domein en bereik
123456Domein en bereik

Theorie

Alle toegestane invoerwaarden samen vormen het domein van een functie. Het domein wordt bepaald door:

  • beperkingen vanwege het functievoorschrift;

  • beperkingen vanuit de situatie.

Het domein van functie `f` wordt weergegeven met `text(D)_(f)` .

Alle mogelijke functiewaarden samen vormen het bereik van een functie. Om het bereik van een functie `f` te kunnen bepalen, heb je een goed beeld van de grafiek van `f` nodig. Daarbij zijn de toppen van een grafiek vaak van belang. In een top heeft de functie een maximum (grootste functiewaarde) of een minimum (kleinste functiewaarde). Hoe je deze uiterste waarden kunt bepalen met je rekenmachine, zie je in het Practicum: Functies met de GR . Het bereik van functie `f` wordt weergegeven met `text(B)_(f)` .

Voor het domein en bereik van een functie wordt meestal de intervalnotatie gebruikt. Een interval is een aaneengesloten verzameling reële getallen, een stukje getallenlijn dus. In de uitleg zie je er een paar met het bijbehorende deel van de getallenlijn. Alle reële getallen noteer je als `ℝ` .

Bij het geven van de vensterinstelling wordt vanaf nu vaak de notatie `[text(-)10, 10]xx[text(-)20, 20]` gebruikt als de vensterinstellingen `text(-)10 le x le 10` en `text(-)20 le y le 20` zijn.

verder | terug