Stel het functievoorschrift op van de lineaire functie `f` waarvan de grafiek door de punten `P(2, 80 )` en `Q(8, 140 )` gaat.
Stel een voorschrift op van de lineaire functie `g` waarvan de grafiek door de punten `R(text(-)5, 15)` en `S(10, text(-)25)` gaat.
Gegeven is dat `h` een lineaire functie is en `h(3)=8` en `h(12)=text(-)19` . Stel het functievoorschrift op van `h` .
Los de vergelijking `|x^2-4 |=2` exact op.
Twee cilindervormige kaarsen worden tegelijkertijd aangestoken. Ze branden gelijkmatig op. Een uur na het aansteken heeft kaars `text(I)` een lengte van `75` centimeter en is kaars `text(II)` nog `71` centimeter lang. `3,5` uur na het aansteken worden beide kaarsen opnieuw gemeten. Kaars `text(I)` is dan `62,5` centimeter en kaars `text(II)` is dan nog `61` centimeter lang.
Stel voor elk van deze kaarsen een formule op voor de lengte `l` in centimeter als functie van de brandtijd `t` in uren.
Hoeveel uur na het aansteken zijn beide kaarsen even lang?
Hoeveel uur na het aansteken verschillen ze `1` cm in lengte?
Gegeven is de functie `f` met `f(x)=4 x|x-1 |` .
In welk punt heeft de grafiek van deze functie een knik?
Schrijf het functievoorschrift in gesplitste vorm, zonder absoluutstrepen.
Los op: `f(x) < 0,7` .
De grafiek van de functie `f` met `f(x)=|ax+b|` gaat door de punten `(0 , 3 )` , `(1 , 1 )` en `(4 , 5 )` .
Bepaal de waarden van de parameters `a` en `b` .