Functies en grafieken > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Examenopgaven

Opgave 10Wortelfunctie met punt op grafiek
Wortelfunctie met punt op grafiek

Gegeven is de functie `f(x)=sqrt(1 -2 x)` . `T` en `S` zijn de snijpunten van de grafiek van `f` met de `x` -as en de `y` -as.

a

Bereken de coördinaten van `T` en `S` .

b

Schrijf domein en bereik van `f` op.

In de figuur zie je hoe punt `B` de grafiek van `f` doorloopt tussen `T` en `S` . De punten `A` en `C` zijn steeds de projecties van `B` op respectievelijk de `x` -as en de `y` -as. Als `B` niet samenvalt met `T` of `C` is `OABC` een rechthoek. Die rechthoek verandert voortdurend van vorm. Er is één plaats van `B` waarbij `OABC` een vierkant is.

c

Bereken de coördinaten van deze plaats.

Als `B` van `T` naar `S` beweegt over de grafiek van `f` , neemt de oppervlakte van `OABC` eerst toe en later weer af. Iemand heeft het vermoeden dat de oppervlakte van `OABC` maximaal is wanneer `OABC` een vierkant is.

d

Onderzoek of dit vermoeden juist is.

(bron: examen wiskunde B havo 1991, tweede tijdvak)

Opgave 11Verschoven functie
Verschoven functie

Gegeven is de functie `f(x)=x^4-16` . De grafiek van `f` snijdt de `x` -as in de punten `(text(-)2 , 0 )` en `(2 , 0 )` . In de bovenste figuur zijn de grafiek van `f` en de lijn `y=20` getekend.

a

Bereken exact voor welke waarden van `x` de grafiek van `f` tussen de `x` -as en de lijn `y=20` ligt.

Door de grafiek van `f` omlaag te schuiven, veranderen de snijpunten met de `x` -as in de punten `(text(-)3 , 0 )` en `(3 , 0 )` . In de figuur zijn de grafiek van `f` en de verschoven grafiek getekend.

b

Bereken hoeveel de grafiek van `f` omlaag is geschoven.

(bron: examen havo wiskunde B 2006 - II)

Opgave 12Verbindingslijnstukken
Verbindingslijnstukken

De functies `f` en `g` zijn gegeven door `f(x) = 1/x` en `g(x) = 1/(x^2)` met `x > 0` .
De grafieken van `f` en `g` snijden elkaar in het punt `(1, 1)` . Bekijk voor `a > 1` bij `x = a` het verticale verbindingslijnstuk tussen de grafieken van `f` en `g` . Zie de eerste figuur.

a

Bereken algebraïsch de exacte waarden van `a` waarvoor de lengte van het verticale verbindingslijnstuk `1/4` is.

Bekijk voor `b < 1` bij `y = b` het horizontale verbindingslijnstuk tussen de grafieken van `f` en `g` . Zie de tweede figuur. De `x` -coördinaten van de eindpunten van dit verbindingslijnstuk zijn respectievelijk `1/b` en `1/(sqrt(b))` .

Voor een zekere waarde van `b` is de lengte van dit lijnstuk maximaal.

b

Bepaal de maximale lengte van het horizontale verbindingslijnstuk.

(naar: examen vwo wiskunde B in 2011, tweede tijdvak)

verder | terug