Asymptoten en limieten > Karakteristieken
12345Karakteristieken

Toepassen

Opgave 13Rechthoek onder halve cirkel
Rechthoek onder halve cirkel

Gegeven is de functie `f` door `f(x)=sqrt(400 -x^2)` . Van rechthoek `ABCD` liggen de punten `A` en `B` op de `x` -as en de punten `C` en `D` op de grafiek van `f` . Neem aan dat `x_B = p gt 0` .

a

Bereken de coördinaten van `C` als rechthoek `ABCD` een vierkant is.

b

Bereken de coördinaten van `C` op twee decimalen nauwkeurig als rechthoek `ABCD` een zo groot mogelijke oppervlakte heeft.

Opgave 14Windturbines
Windturbines

De laatste jaren wordt een steeds grotere hoeveelheid stroom opgewekt door wind. Voor het omzetten van windenergie in elektriciteit gebruikt men windturbines. De energieproductie per tijdseenheid wordt het "vermogen" genoemd. De eenheid van vermogen is watt. Je ziet een windturbine. Het vermogen van een windturbine hangt hoofdzakelijk af van de ashoogte, de windsnelheid en de rotordiameter. Voor een bepaald type windturbine met vaste ashoogte en vaste rotordiameter geldt:

  • de turbine treedt in werking bij windsnelheden vanaf `4` m/s;

  • bij windsnelheden van `4` tot en met `15` m/s geldt voor het vermogen `P` (in kilowatt) `P=0,195 v^3` , waarbij `v` de windsnelheid is in m/s;

  • bij windsnelheden van `15` tot `25` m/s laat men de draaisnelheid van de turbine om veiligheidsredenen niet verder toenemen: het geleverde vermogen blijft daardoor op een constant peil;

  • bij windsnelheden vanaf `25` m/s wordt de turbine uitgeschakeld.

a

Teken voor windsnelheden van `0` m/s tot `30` m/s de grafiek van het vermogen als functie van de windsnelheid `v` .

b

Voor welke windsnelheden wordt er een vermogen van meer dan `500` kilowatt bereikt?

(naar: examen havo wiskunde B in 2001, tweede tijdvak)

verder | terug