Gegeven is functie `f` met `f(x)=text(-)0,01 x^3+4 x` .
Breng de grafiek op de grafische rekenmachine in beeld met de standaardinstellingen van je venster.
De grafiek lijkt een rechte lijn. Waardoor komt dat?
Bekijk de grafiek van `f` opnieuw, maar neem nu als venster: `[text(-)40, 40 ]xx[text(-)40, 40 ]` . Hoeveel nulpunten heeft de functie?
Hoe kun je zeker weten dat je alle nulpunten in beeld hebt?
Hoe kun je er achter komen wat je voor de `y` -as moet instellen?