Geef de asymptoten, het domein en bereik van de volgende functies.
`f(x)=4 -4/x`
`g(x) = (4 - x)/x`
`h(x)=x/ (x^2-4)`
`k(x)=x^2/ (x^2+4)`
Gegeven is de functie `f(x)=2/x+5` .
Geef de vergelijkingen van de asymptoten van de grafiek van `f` .
Welke translatie moet je op de grafiek van `f` toepassen, zodat je een omgekeerd evenredig verband krijg?
Gegeven is de functie `f(x)= (10 x)/((x-20)^2)` .
Bereken het nulpunt van deze functie.
Welke asymptoten heeft deze functie?
Bij welke vensterinstellingen is de grafiek van `f` goed in beeld met alle karakteristieken zichtbaar?
Bepaal het bereik van `f` .
Gegeven is de functie `f(x)=x^2/ (x^4+10)` .
Bereken het nulpunt van de grafiek van deze functie.
Welke asymptoten heeft deze functie?
Bij welke vensterinstellingen is de grafiek van `f` goed in beeld met alle karakteristieken zichtbaar?
Bepaal het bereik van `f` . Benader op twee decimalen nauwkeurig.
Voor de totale kosten `TK` bij de productie van een bepaald artikel geldt: `TK=100 +0,1 q^2` waarin `TK` in euro is en `q` het aantal exemplaren voorstelt.
Bereken de gemiddelde kosten per exemplaar bij een productie van `120` stuks op twee decimalen nauwkeurig.
Leg uit waarom de gemiddelde kosten het hellingsgetal is van de lijn door `(0 , 0 )` en `(q, TK)` .
Stel een voorschrift op voor de gemiddelde kosten per exemplaar ( `GK` ) als functie van `q` .
Welke asymptoot heeft de functie `GK` ? Schrijf het domein en het bereik van `GK` op. Rond af op twee decimalen.