In huis kun je meerdere elektrische apparaten tegelijk aansluiten. Dit is mogelijk doordat deze apparaten parallel zijn geschakeld. Bij een parallelschakeling lopen er vanuit de stroombron aftakkingen naar alle losse apparaten en weer terug.
Bij een parallelschakeling van twee weerstanden met grootte `R_1` (in Ω) en `R_2` (in Ω) is de substitutieweerstand (de totale weerstand) `R_s` te berekenen met de formule `1/(R_s) = 1/(R_1) + 1/(R_2)` .
Toon aan dat `R_s = (R_1 *R_2)/(R_1 + R_2)` .
Bepaal `lim_(R_2 → ∞) R_s` en leg uit welke natuurkundige betekenis de uitkomst heeft.
Bepaal `lim_(R_2 ↓ 0 ) R_s` en leg uit welke natuurkundige betekenis de uitkomst heeft.
Gegeven is de functie `f` met `f(x)=(text(-)1)^(text(int)(x))` . Hierin komt de uitdrukking `text(int)(x)` voor. De integerfunctie `g(x) = text(int)(x)` rondt getallen naar beneden af naar het dichtsbijzijnde gehele getal. Zo is `text(int)(3,14)=3` en `text(int)(text(-)3,14)= text(-)4` .
Teken de grafiek van `f` , zonder de grafische rekenmachine te gebruiken.
Bestaat `lim_(x->oo) f(x)` ? Verklaar waarom wel/niet.