Asymptoten en limieten > Totaalbeeld
12345Totaalbeeld

Testen

Opgave 1

Gegeven zijn de functies `f(x)= (x+5 )^2 (x-10 )` en `g(x)=16 x-160` .

a

Bereken algebraïsch de nulpunten van `f` en breng de grafiek in beeld. Pas de vensterinstellingen zo aan, dat je hetzelfde beeld krijgt als in de gegeven grafiek. Zet nu ook de grafiek van `g` erbij.

b

Bepaal de extremen van `f` .

c

Bereken algebraïsch de snijpunten van de grafieken van `f` en `g` .

d

Los op: `f(x) < g(x)` .

Opgave 2

Bepaal van de functies de asymptoten en schrijf het domein en het bereik ervan op.

a

`f(x)= (4 -x)/(2 x+4)`

b

`g(x)=4 - x/(x-1)`

c

`h(x)= (2 x-5) / (x^2+3)`

Opgave 3

Gegeven zijn de functies `f(x)=((x+5)^2)/(x+10)` en `g(x)=x` .

a

Bereken het nulpunt en de verticale asymptoot van `f` en breng de grafiek in beeld. Pas de vensterinstellingen zo aan, dat je hetzelfde beeld krijgt als in de gegeven grafiek. Zet ook de grafiek van `g` erbij.

b

Bepaal de extremen van `f` .

De grafiek van `g` lijkt een scheve asymptoot te zijn van de grafiek van `f` .

c

Laat zien dat dit inderdaad het geval is door het functievoorschrift van `f` te herleiden en geef de vergelijking van de scheve asymptoot.

Opgave 4

Je ziet de grafiek van `f(x) = ((x-1)^2)/(x^2+x-2)` .

a

De grafiek lijkt een verticale asymptoot `x=text(-)2` te hebben. Toon aan met behulp van limieten dat dit inderdaad het geval is.

b

Wat is het domein van deze functie?

c

Welke perforatie kent de grafiek van `f` ? Schrijf de bijbehorende limieten op.

d

Welke horizontale asymptoot kent de grafiek van `f` ? Schrijf de bijbehorende limieten op.

Opgave 5

Bekijk de grafiek van de functie `f` met `f(x)= (| x^2-2 x |)/x` .

Verklaar de vorm van deze grafiek door de functie in delen op te splitsen.

Opgave 6

Gegeven is de functie `f` door:
`f(x)={ ((x^2-4) /x^2, text( voor), x lt text(-)2 ∨ x gt 2) , (ax^3+bx, text( voor), text(-)2 ≤ x ≤ 2):}`

`f` is continu voor elke waarde van `x` en de grafiek gaat door het punt `(1 , 2 )` .

a

Bereken `a` en `b` .

b

Bepaal het bereik van `f` .

c

Los op: `f(x)≤x` . Rond af op één decimaal.

verder | terug