Een getal is een priemgetal als het alleen deelbaar is door
`1`
en door zichzelf, maar niet door een ander getal.
De eerste priemgetallen zijn:
`2`
,
`3`
,
`5`
,
`7`
,
`11`
,
`13`
,
`17`
,
`19`
,
`23...`
Ieder geheel getal kun je schrijven als een product van priemgetallen. Dit noem je
priemfactorontbinding.
Enkele voorbeelden:
`14 =2*7`
,
`27=3^3`
,
`147=3*7^2`
en
`200=2^3*5^2`
.
Ontbind de volgende getallen in priemfactoren: `26` , `25` , `144` , `127` , `202` .
Gebruik priemfactorontbinding en de eigenschappen van machten en exponenten om de volgende breuken te herleiden.
`(126^2*3773)/(sqrt(81)*343*693)`
`(5^(text(-)2)*19600^(1/2))/(91)`
`(1080^(1/3)*sqrt(5^(4/3)))/(1296^(1/4))`