Exponentiële functies > Meer exponentiële functies
123456Meer exponentiële functies

Verwerken

Opgave 9

Los de volgende vergelijkingen en ongelijkheden op. Vereenvoudig eerst zover mogelijk en geef daarna de oplossing in twee decimalen nauwkeurig.

a

`5^x=10`

b

`5^x ≤ 10`

c

`3 * 5^x + 5 = 10`

d

`3 * 5^x + 5 gt 10`

Opgave 10

Los algebraïsch op.

a

`2^x = 2 sqrt(2)`

b

`4^x = 8^(x+2)`

c

`9^(2 x) = sqrt(3 )`

d

`2^(2 x-1) = 32`

e

`2^(1/2x+1) = 4 sqrt(2 )`

Opgave 11

Los de vergelijkingen en ongelijkheden algebraïsch op.

a

`2 * 10^x = 2000`

b

`3 * 2^x - 2 =46`

c

`6 *(5^x + 5)=180`

d

`162 * (1/3)^x gt 2`

e

`7 + 16 * 1,5^x ≤ 43`

f

`10 * (1/2)^x ≥ 160`

Opgave 12

Gegeven zijn de functies `f(x) = 2^(x-2) - 3` en `g(x) = 4 * 0,5^(x-3) - 1` .

a

Herleid beide functievoorschriften tot de vorm `y=b*g^t+d` . Hoe ontstaan de grafieken van `f` en `g` door transformatie uit grafieken van bijpassende standaardfuncties?

b

Los algebraïsch op: `f(x) = text(-) 2 7/8` . Gebruik je omgeschreven formule uit a.

c

Los op: `g(x) gt 1,5` . Rond het antwoord af op twee decimalen.

d

Welke waarden neemt `g(x)` aan voor `x ≤ 4` ?

e

De lijn `y=p` heeft wel een snijpunt met de grafiek van `f` , maar niet met de grafiek van `g` . Bereken `p` .

f

De lijn `x=text(-)1` snijdt de grafiek van `f` in het punt `A` en de grafiek van `g` in het punt `B` . Bereken de exacte lengte van lijnstuk `AB` .

g

De lijn `y=5` snijdt de grafiek van `f` in het punt `C` en de grafiek van `g` in het punt `D` . Bereken de lengte van lijnstuk `CD` in drie decimalen nauwkeurig.

Opgave 13

Los algebraïsch op als dat mogelijk is. Geef anders een benadering met twee cijfers achter de komma.

a

`4 * 0,5^x - 1 lt 0`

b

`2 * 2^(text(-)x+1) - 1 gt 0`

c

`6 * 0,25^x - 4 ≥ 0,75`

d

`3 *0,5^(2 x-1) - 4 lt text(-)3,25`

e

`3,5^(x+50) -0,5 gt 3`

f

`text(-) 2^x + 1 ≥ text(-)7`

Opgave 14

Een patiënt krijgt via een infuus een medicijn toegediend. De formule `A(t)=540 - 540 *0,95^t` geeft de hoeveelheid `A(t)` in mg van het medicijn die na `t` minuten in het bloed aanwezig is.

a

Hoe zie je aan de formule dat de grafiek van `A(t)` stijgend is?

b

Geef de vergelijking van de asymptoot van de grafiek van `A(t)` .

c

Na hoeveel minuten (in gehelen) is `75` % van de maximale hoeveelheid medicijn in het bloed opgenomen?

verder | terug