Logaritmische functies > Logaritmische functies
123456Logaritmische functies

Voorbeeld 3

Het verband tussen het geluidsdrukniveau `L` (in dB) en de effectieve geluidsdruk `p` (in Pa) is

`L=20 *log(p/ (p_0) )`

met `p_0 =0,00002` Pa, de gehoorgrens.

Laat zien dat `p` een exponentiële functie van `L` is.

> antwoord

Vul eerst `p_0 =0,00002` in. Herleid vervolgens de gegeven formule naar de vorm `p=...`

`L` `=` `20 *log(p/(0,00002))`
`L/20` `=` `log(p/(0,00002))`
`10^(1/20L)` `=` `p/(0,00002)`
`p` `=` `0,00002 *10^(1/20L)`

Omdat `10^(1/20L) ≈ 1,12^L` kun je dit schrijven als: `p ~~ 0,00002 * 1,12^L` .
`p` is een exponentiële functie van `L` .

Opgave 8

In Voorbeeld 3 wordt de gegeven formule van de effectieve geluidsdruk herleid tot een exponentiële functie van de vorm `p = a*g^L` .

a

Voer zelf de herleiding uit zonder naar het voorbeeld te kijken.

b

Hoeveel bedraagt de effectieve geluidsdruk bij een geluidsdrukniveau van `20` dB?

c

Hoeveel bedraagt het geluidsdrukniveau bij een effectieve geluidsdruk van `0,001`  Pa?

Opgave 9

De luchtdruk varieert met de hoogte boven het zeeniveau. Er geldt op een bepaalde plaats:

`h = text(-)19log(p) + 57`

waarin:

  • `p` de druk in hectopascal,

  • `h` de hoogte in km boven zeeniveau is.

Je kunt deze formule herleiden naar de vorm `p = a*g^h` .

a

Laat zien, hoe dat gaat.

b

Je kunt de formule ook de vorm `p = a*10^(k*h)` geven. Hoe ziet de formule er dan uit?

verder | terug