Logaritmische functies > Logaritmische vergelijkingenTesten
Los algebraïsch op.
`\ ^7log(x-5) = 0`
`text(-) \ ^(0,25)log(x) = \ ^(0,25)log(5)`
`\ ^4log(x)= 0,5 -\ ^4log(3)`
`\ ^(1/2) log(x) + \ ^(1/2) log(2 x) = 0`
Gegeven zijn de functies `f` en `g` met voorschriften `f(x) = \ ^ (1/3) log(2 x)` en `g(x) = \ ^3log(3 x - 6)` .
Bepaal het domein, het bereik en de asymptoot van beide functies.
Bereken voor welke `x` geldt `f(x)=text(-)2` .
Los algebraïsch op: `f(x) gt 9` .
Bereken voor welke `x` geldt `g(x) lt 0` .
Los algebraïsch op: `f(x)=g(x)` .
Los algebraïsch op: `f(x) ge g(x)` .
Het verband tussen de (gemiddelde) lengte `L` in cm en het (gemiddelde) gewicht `G` in kg voor kinderen tussen `6` en `13` jaar wordt gegeven door de formule
`L = 125*log(G/(G_0))`
De constanten `G_0` en `k` hangen af van de leefomstandigheden. Voor de westerse wereld geldt `G_0 =2,4` (in één decimaal nauwkeurig).
Herleid de gegeven formule naar de vorm `G = a*10^(k*L)` .
Hoe zwaar is een gemiddelde westerse twaalfjarige als ze `1,30` m lang is?