Bij functies van de vorm
`f(x)=x^p`
hangt het verloop van de functie af van de waarde van
`p`
. Voor bijvoorbeeld
`p=2`
krijg je een kwadratische functie met als grafiek een parabool. Deze functie is dalend
voor
`x \lt 0`
en stijgend voor
`x \ gt 0`
.
Voor
`p=1`
krijg je een lineaire functie, die stijgend is voor elke waarde van
`x`
.
In dit onderdeel zul je zien dat voor negatieve en gebroken waarden van
`p`
je machtsfuncties krijgt met weer een ander karakter.
Je leert in dit onderwerp:
het verband tussen de waarde van `p` en het verloop van de grafiek van `f(x)=x^p` kennen;
het verloop van functies die door transformaties van `f(x)=x^p` ontstaan;
vergelijkingen en ongelijkheden van machtsfuncties algebraïsch oplossen.
Voorkennis:
werken met functies en grafieken, ook met de grafische rekenmachine;
vergelijkingen met machten oplossen.