Los de volgende vergelijkingen en ongelijkheden exact op.
`40 - 5/(x^4) = 0`
`root[3](2x - 10) = 5`
`(2 sqrt(x)+100)/(sqrt(x)) > 12`
`10/((5-x)^4) ≥ 0,016`
Gegeven zijn de functies `f(x) = 4/(sqrt(10 - x))` en `g(x) = sqrt(10 - x)` .
Waarom zijn beide functies machtsfuncties?
Geef het domein en bereik van beide functies.
Bereken algebraïsch het snijpunt van de grafieken van `f` en `g` .
Los op: `f(x) ≥ g(x)`