translatie van `1` ten opzichte van de `y` -as;
vermenigvuldiging met `text(-)2` ten opzichte van de `x` -as;
ten slotte translatie van `10` ten opzichte van de `x` -as.
Snijpunt met de `y` -as: `(0, 12)` .
Snijpunt met de `x` -as: `(1+root[5](5); 0)` .
`x = text(-)2`
`f(x) = 8`
geeft
`(x-1)^5 = 1`
en dus
`x=2`
.
De oplossing van de ongelijkheid is
`x lt 2`
.
`x ≤ text(-)1 ∨ x ≥ 5`
`x=2 ∨ x=3`
`x = 0 ∨ x = (4 - sqrt(56))/2 vv x = (4 + sqrt(56))/2`
`x=1003`
`x le (4 - sqrt(96))/2 ∨ x ge (4 + sqrt(96))/2`
`x = 2 + root[3](0,2)`
De grafiek van `f(x) = text(-)(x-2)^2 + 12` heeft als top `(2 , 12 )` .
De snijpunten met de `x` -as zijn `(2-2sqrt(3), 0)` en `(2+2sqrt(3), 0)` .
Het snijpunt met de `y` -as is `(0 , 8 )` .
`text(-)2 < p < 0`
`p=9,5`
Als
`g = 3`
, dan
`t = 11 * 3^(2/3) ~~ 22,9`
minuten.
Nee, als
`g = 6`
, dan
`t = 11 * 6^(2/3) ~~ 36,3`
minuten.
`T = 80 + 11 * g^(2/3)` . Nee, de totale braadtijd is niet recht evenredig met een macht van het gewicht.
Aardappels worden in water gekookt. De kooktijd hangt af van de hoeveelheid water die wordt gebruikt.
`y_2 = (x-2)^3`
`v(x) = x^3 - (x-2)^3 = x^3 - (x^3 - 6x^2 + 12x - 8) = 6x^2 - 12x + 8`
`0 < x < 2`
`2`
`a`
kun je berekenen met de stelling van Pythagoras in
`∆MPR`
. (Beredeneer eerst dat
`∆MPR`
rechthoekig is!) Daarin is
`MR=MQ`
gelijk aan de straal van de aarde, dus
`40000/(2 π) ≈ 6366200`
m.
En dus is:
`a^2 = (6366200 + h)^2 - 6366200^2`
.
En dus is
`a = sqrt((6366200 + h)^2 - 6366200^2)`
.
Hieruit volgt: `a ≈ sqrt(12732400 h + h^2)` .
Omdat `h^2` heel veel kleiner is dan `12732400 h` kun je `h^2` verwaarlozen.
Dat heeft te maken met de afrondingen bij het berekenen van de straal van de Aarde.
Eigen antwoord.
En?
Doen. Probeer een eerste idee te krijgen van de oplossing.
Kies bijvoorbeeld
`AE=x`
.
Laat zien dat de oppervlakte
`K`
van de boekenkast dan
`K(x) = 7,5 x - 1,5 x^2`
is.
Bereken de top van de parabool die de grafiek is van `K(x) = 7,5 x - 1,5 x^2` . Je vindt dat dan `x=2,5` en dan kun je de gevraagde oppervlakte wel berekenen.
Jamaica is ongeveer
`1300`
km2 groot.
Volgens de theorie dus
`S≈3 *1300^(0,30)≈26`
.
`10^(0,30) ≈ 2`
Grote reservaat zal ongeveer
`18`
soorten tellen.
Elk van de kleine reservaten zal ongeveer
`15`
soorten tellen, samen
`2 * 15 -8 = 22`
soorten.
Men kiest oplossing 2.
(bron: examen wiskunde A havo 1993, eerste tijdvak)
De intensiteit is `3` .
De minimale waarde van `v` is ongeveer `81,3` .
`F ~~ 0,52T - 0,10` met `a~~0,52` en `b~~0,10` .
(bron: examen havo wiskunde A in 2013, eerste tijdvak)