Periodieke functies > Vergelijkingen met sin en cos
123456Vergelijkingen met sin en cos

Uitleg

Bekijk de grafiek van `y = sin(x)` en de lijn `y = 0,8` .

Je wilt de vergelijking `sin(x) = 0,8` oplossen:

  • Zoek de oplossing die zo dicht mogelijk bij de `y` -as ligt. Deze oplossing heet arcsinus van `0,8` . Dit getal vind je met de grafische rekenmachine.
    De oplossing is `x = arcsin(0,8) ≈ 0,927` .
    Op de rekenmachine vind je `arcsin` meestal als `sin^(text(-)1)` .

  • Zoek de andere oplossing in dezelfde periode door symmetrie te gebruiken.
    Die oplossing is: `x = π - arcsin(0,8)` .

  • Omdat de periode `2pi` is, zijn de oplossingen:
    `x = arcsin(0,8) + k*2π vv x = π - arcsin(0,8) + k*2π` met `k` een geheel getal.

Bekijk de oplossingen van de vergelijkingen:
`sin(x) = 1` geeft `x = 1/2 π + k*2π` .
`sin(x) = text(-)1` geeft `x = text(-) 1/2 π + k*2π` .
`sin(x) = 0` geeft `x = 0 + k*2π vv x = π + k*2π` .
Voeg dit samen tot `x = k*π` .

Als in `sin(x) = c` , de `c` groter is dan `1` of kleiner is dan `text(-)1` zijn er geen oplossingen.

Als `c = +-1/2, c = +-1/2 sqrt(2), c = +-1/2 sqrt(3)` of `c = +-1` kun je exacte oplossingen geven.

Opgave 1

Bekijk de Uitleg 1.
Los op. Rond af op drie decimalen.

a

`sin(x) = 0,2`

b

`sin(x) = text(-)0,2`

Opgave 2

Los exact op.

a

`sin(x) = 1/2`

b

`sin(x) = text(-)1/2 sqrt(2)`

verder | terug