Afgeleide functies > Extremen berekenen
1234567Extremen berekenen

Voorbeeld 3

Bekijk de grafieken van `f(x) = x^2` en `g(x) = x^3` .
De lijn `x = p` met `0 lt p lt 1` snijdt de grafiek van `f` in punt `B` en die van `g` in `A` .

Bereken exact de waarde van `p` waarvoor de lengte van lijnstuk `AB` maximaal is.

> antwoord

Voor beide punten `A` en `B` geldt `x = p` . Dat geeft coördinaten `A(p, p^3)` en `B(p, p^2)` .
Omdat `f(p) gt g(p)` geldt voor de lengte `L` van lijnstuk `AB` :
`L(p) = f(p) - g(p) = p^2 - p^3`

Stel de afgeleide van `L(p)` gelijk aan `0` en los de vergelijking op:
De afgeleide is: `L'(p) = 2p-3p^2` .

`2p - 3p^2` `=` `0`
`p` `=` `0 vv p = 2/3`

Met behulp van de grafiek of een tekenschema zie je dat de maximale lengte van `AB` gelijk is aan `L(2/3) = 4/27` .

Opgave 6

Gegeven zijn de functies `f(x) = 4 - x^2` en `g(x) = 4 - x` .

a

De lijn `x = k` met `0 < k < 1` snijdt de grafiek van `f` in `P` en die van `g` in `Q` .

Bereken de grootste lengte van lijnstuk `PQ` .

b

De lijnen `x = text(-)p` en `x = p` met `p gt 0` snijden de grafiek van `f` in `A` en in `B` . Bovendien snijden ze de `x` -as respectievelijk in `D` en in `C` .

Bereken exact de maximale oppervlakte van vierhoek `ABCD` .

verder | terug