Afgeleide functies > Veeltermen
1234567Veeltermen

Verwerken

Opgave 8

Gegeven is de derdegraadsfunctie `f` met voorschrift `f(x) = x^3 + 9x^2 - 15x + 5` .

a

Breng de grafiek van `f` in beeld op je grafische rekenmachine. Welke nulpunten kun je aflezen?

b

Bereken algebraïsch de andere twee nulpunten in twee decimalen nauwkeurig. Controleer je antwoorden met je rekenmachine.

c

Bereken ook algebraïsch de toppen en het buigpunt van `f` in twee decimalen nauwkeurig.

d

Voor welke `x` -coördinaten van de grafiek van `f` heeft de raaklijn een richtingscoëfficiënt van `text(-)5` ?

e

Welk hellingsgetal heeft de grafiek van `f` in het snijpunt met de `y` -as?

Opgave 9

Los de volgende vergelijkingen algebraïsch op:

a

`x^2(x - 2) = 3x - 6`

b

`0,5x^4 + 4x^3 - 6x = 48`

c

`0,25 x^6 = 4x^3 - 15`

d

`x^3 - x^2 - 2x + 2 = 0`

Opgave 10

Gegeven is de familie van functies `f_p` door het voorschrift `f_p(x) = px^4-2 x^2+8 p` .

a

Bepaal algebraïsch  de toppen en de buigpunten van de grafiek van `f_1` .

b

Voor welke waarden van `p` raakt de grafiek van `f_p` de `x` -as?

c

Voor welke waarden van `p` liggen de buigpunten van de grafiek van `f_p` op de `x` -as?

Opgave 11

Gegeven zijn de functies `f(x) = x^2` en `g_a(x) = x + a` . In de figuur zie je de grafieken van `f` en `g_4` . Functie `h_a` is gegeven door `h_a = f(x)*g_a(x)` .

a

Beredeneer dat de grafiek van `h_4` door de punten `O` , `A` , `B` en `C` moet gaan.

b

Bereken de uiterste waarden van `h_4` .

c

De snijpunten van de grafieken van `h_a` en `g_a` liggen op drie rechte lijnen. Welke?

d

Bewijs dat de toppen van de grafieken van `h_a` op de kromme lijn `y = text(-)1/2 x^3` liggen.

Opgave 12

Gegeven zijn de functies `f_c` door `f_c(x) = cx(x + 6)^2` . Bekijk de grafieken van deze familie van functies op het domein `[text(-)8, 1]` .

a

Bereken algebraïsch de extremen van `f_1` op dit domein.

b

Alle functies `f_c` hebben een extreme waarde voor `text(-)6 < x < 0` . Voor welke waarden van `c` is die extreme waarde gelijk aan `80` ?

c

Druk de coördinaten van de buigpunten van de grafiek van `f_c` uit in `c` .

d

Voor welke waarde van `c` gaat de buigraaklijn aan de grafiek van `f_c` door het punt `(0, 80)` ?

Opgave 13

Gegeven is de functie `f(x)= (10x - 40)/(x^2 - 10)` .
Bekijk de grafiek van `f` op de rekenmachine, voor `text(-)10 ≤ x ≤ 10` .

a

Welke drie asymptoten heeft de grafiek van `f` ? Leg uit hoe deze asymptoten uit het functievoorschrift zijn af te leiden.

b

Bepaal het bereik van `f` in één decimaal nauwkeurig.

c

Voor welke waarden van `p`  met `p` in één decimaal nauwkeurig, heeft de vergelijking `f(x) = p` precies twee oplossingen?

d

De lijn `y = 10x - 40` snijdt de grafiek van `f` van links naar rechts in drie punten `A` , `B` en `C` . Welke van de drie lijnstukken `OA` , `OB` of `OC` is het langst?

verder | terug