Afgeleide functies > Veeltermen
1234567Veeltermen

Voorbeeld 2

Gegeven is de familie van functies
`f_p(x) = x^3 - px^2 + 9x` .
Voor welke waarden van `p` heeft de grafiek van `f_p` precies twee extremen? Toon ook aan dat elke functie van deze familie precies één buigpunt heeft.

> antwoord

Voor de extremen geldt:
`f_p'(x) = 3x^2 - 2px + 9 = 0`
Er zijn twee oplossingen als
`D = (text(-)2p)^2 - 4 * 3 * 9 gt 0` .
Dit is het geval als: `p lt text(-)sqrt(27) ∨ p gt sqrt(27)` .
Omdat de grafiek van `f_p'` dan een dalparabool is met twee nulpunten, wisselt de afgeleide ook van teken, zodat er inderdaad extremen zijn.

Voor de buigpunten geldt: `f''_p(x) = 6x - 2p = 0` .
Deze vergelijking heeft voor elke `p` precies één oplossing. De grafiek van `f''_p` is een rechte lijn met een nulpunt en `f''_p` wisselt dus van teken, er is een buigpunt.

Opgave 5

Bekijk enkele grafieken van functies van de vorm `f_c(x) = 1/2 x^4 - cx^2 + c` op domein `[text(-)4, 4]` .

a

Bewijs dat elke functie `f_c` een extreme waarde heeft voor `x = 0` .

b

Voor welke waarden van `c` raakt de grafiek van `f_c` de `x` -as?

c

Voor welke waarden van `c` liggen de buigpunten van de grafiek van `f_c` op de `x` -as?

d

Voor welke waarden van `c` heeft de grafiek van `f_c` voor `x = 1` een hellingsgetal van `1` ?

verder | terug