In een groot spaarbekken stroomt vrijwel voortdurend water in en ook water uit. Het
verschil tussen instroom en uitstroom is de stroom in m3/uur, dus afhankelijk van de tijd
`t`
in uren.
Je kunt van die stroom een grafiek maken en daarmee bepalen hoeveel water er aan
het einde van een dag (ongeveer) in het spaarbekken is bijgekomen of afgegaan.
Je kunt bijvoorbeeld elk uur een ondergrens en een bovengrens van de hoeveelheid
stroom vaststellen. Positieve waarden betekenen dat er meer instroom dan uitstroom is, bij
negatieve waarden is dat andersom. De bovensom is het totaal van de bovengrenzen per
uur, de ondersom dat van de ondergrenzen per uur.
Hoeveel schat je dat er die dag aan m3 water is bijgekomen?
Hoe kun je de schatting verbeteren?