Goniometrische functies > Integralen
123456Integralen

Voorbeeld 2

Gegeven is op `[0, 2π]` de functie `f` met `f(x) = cos(x)` .
Het vlakdeel `V` wordt ingesloten door de `x` -as en de grafiek van `f` . Bereken de oppervlakte en de omtrek van `V` en de inhoud van het omwentelingslichaam dat ontstaat door `V` om de `x` -as te wentelen.

> antwoord

Oppervlakte: `opp(V) = int_(0,5π)^(1,5π) text(-)cos(x) text(d)x = [text(-)sin(x)]_(0,5π)^(1,5π) = 2` .

(Merk op dat de integraal volgens de rekenmachine `text(-)2` is.)

Omtrek: `omt(V) = π + int_(0,5 π)^(1,5π) sqrt(1 + sin^2(x)) text(d)x ≈ 6,96` (moet met de GR).

Inhoud: `I = int_(0,5π)^(1,5π) π * cos^2(x) text(d)x` .
Omdat `cos(2x) = 2 cos^2(x) - 1` , geldt: `cos^2(x) = 1/2 + 1/2 cos(2x)` .
De integraal wordt daarmee:
`int_(0,5π)^(1,5π) π(1/2 + 1/2 cos(2x)) text(d)x = [π(1/2 + 1/4 sin(2x))]_(0,5π)^(1,5π) = 0,5 π^2` .

Opgave 6

In Voorbeeld 2 zie je de grafiek van `f(x) = cos(x)` op `[0, 2pi]` .

a

Ga na dat `int_0^(2pi) cos(x) text(d)x = 0` .

b

Hoe groot is de oppervlakte van alle vier de vlakdelen tussen de grafiek van `f` en de `x` -as op dit interval samen? Verklaar het verschil met het voorgaande antwoord.

c

Bereken de oppervlakte van de vlakdelen tussen de grafiek en de `x` -as op `[0, pi]` .

Opgave 7

Bekijk de grafiek van `f(x) = sin(x)` op `[0, pi]` .

a

Bereken met behulp van integreren de oppervlakte van het vlakdeel dat wordt ingesloten door de grafiek en de `x` -as.

b

Bereken de oppervlakte van het vlakdeel `V` dat wordt ingesloten door de grafiek van `f` op `[0, pi]` en de lijn `y = x` .

Het vlakdeel `V` wordt gewenteld om de `x` -as.

c

Bereken met behulp van integreren de inhoud van het omwentelingslichaam dat daardoor ontstaat.

verder | terug