De Franse wis- en natuurkundige Jean Baptiste Joseph Fourier (1768—1830) stelde dat je elke trilling kunt opbouwen door harmonische trillingen (sinusoïden
dus) op te tellen. Sterker nog, hij beweerde dat je alle periodieke functies van één
variabele kunt schrijven als de som van een serie sinusoïden.
Latere wiskundigen ontdekten dat dit iets te optimistisch was, er zijn bepaalde voorwaarden
waaraan de functie moet voldoen.
Fourier bouwde daarbij voort op werk van Daniël Bernoulli (1700—1782) die in 1753 afleidde dat de vorm van een snaar die op zeker tijdstip in trilling
wordt gebracht is te beschrijven is door:
Tegenwoordig is de Fourieranalyse die hierop is gebaseerd een belangrijk stuk wiskundige gereedschap bij het oplossen van zogenaamde differentiaalvergelijkingen. Toepassingen liggen vooral in de elektronica en de optica.