Gegeven zijn de lijnen `x + y = 6` , `y = 2x` , `x - 2y = 4` en `x = 5` .
Teken deze vier lijnen in een cartesisch assenstelsel.
Bereken de coördinaten van het snijpunt dat het dichtst bij de oorsprong ligt.
Gegeven zijn de volgende lijnen:
`l: 7x + 2y = 14`
`m: text(-)5x = 12`
`n: 14x = 28 - 4y`
`p: 7x + 2y = 15`
`q: 3y = 15 - 7x`
`r: y = text(-)3 1/2 x + 3`
Welke lijnen zijn evenwijdig?
Welke vergelijkingen horen bij dezelfde lijn?
Welke vergelijkingen horen bij een roosterlijn?
In een cartesisch assenstelsel `Oxy` zijn gegeven de punten `A(2, 0)` , `B(7, 3)` en `C(0, 5)` .
Stel exact een vergelijking op van de lijn `l` door `A` en `B` van de vorm `ax + by = c` .
Geef een vergelijking van de vorm `ax + by = c` van de lijn door `C` die evenwijdig is met `l` .
Gegeven is de lijn `l` met vergelijking `x - 2y = 6` .
Bepaal de vergelijking van de lijn die ontstaat door `l` te spiegelen in de `x` -as.
Bepaal de vergelijking van de lijn die ontstaat door `l` te spiegelen in de `y` -as.
Bepaal de vergelijking van de lijn die ontstaat door `l` te spiegelen in de lijn `y = x` .
Gegeven zijn twee lijnen in het cartesisch assenstelsel: `k: 3x + 2y = 6` en `l: 2x - y + 7 = 0` .
Bereken de coördinaten van de snijpunten van lijn `l` met de assen.
Lijn `m` is evenwijdig met `k` en gaat door het punt `(0, 10)` . Stel een vergelijking op van `m` in de vorm `ax + by = c` .
Bereken het snijpunt van lijn `m` en `l` .