Analytische meetkunde > Loodrechte stand
123456Loodrechte stand

Voorbeeld 1

Gegeven is de lijn `l: 2x + 3y = 6` en punt `A(3 , 4 )` .
Stel de vergelijking op van de lijn door `A` en loodrecht op `l` .

> antwoord

Teken eerst de situatie. Je kunt punt `B` over de lijn `l` verplaatsen tot de lijn `m` loodrecht op `l` staat.

Ga na dat lijn `l` een richtingscoëfficiënt heeft van `text(-)2/3` .
Als een lijn die daar loodrecht op staat een richtingscoëfficiënt heeft van `r` , dan moet `text(-)2/3 * r = text(-)1` . De lijn door `A` en loodrecht op `l` heeft dus een richtingscoëfficiënt van `1,5` .
En daarom een vergelijking van de vorm `y = 3/2 x + b` .
De lijn moet door `A(3, 4)` en dus moet `4 = 3/2 * 3 + b` . Dus `b = text(-)1/2` . De vergelijking wordt `y = 3/2 x - 1/2` .
Ga na dat dit in overeenstemming is met de figuur.

Opgave 5

Gegeven is de lijn `p: 3x - 4y = 12` . Stel een vergelijking op van de lijn `q` door `O(0, 0)` en loodrecht op `p` .

Opgave 6

Toon aan dat lijn `l` door `O(0 , 0)` en `P(2 , 5)` loodrecht staat op lijn `m` door `P` en `Q(7 , 3)` .

Opgave 7

Gegeven zijn de punten `A(text(-)2 , 5)` , `B(8 , 0)` en `C(text(-)2, 1)` .

a

Stel een vergelijking op van de lijn door `C` die loodrecht staat op lijn `AB` .

Zoals je weet, is de middelloodlijn van een lijnstuk een lijn die door het midden van dat lijnstuk gaat en er loodrecht op staat.

b

Stel een vergelijking op van de middelloodlijn van `AB` .

verder | terug