Noordelijke component: `cos(30^@)*500 = sin(60^@)*500~~433` .
Oostelijke component: `sin(30^@)*500 = cos(60^@)*500 = 250` .
`cos(120)*500 = text(-)250` . Met een richtingshoek van `120^@` wijst de vector naar het zuidoosten. De noordelijke component is dus negatief.
`v_x = cos(40^@) ≈ 0,77`
`v_y = sin(40^@) ≈ 0,64`
`v_x = cos(140^@) ≈ text(-)0,77`
`v_y = cos(140^@) ≈ 0,64`
`v_x = cos(240^@) = text(-)0,5`
`v_y = sin(240^@) ≈ text(-)0,87`
`v_x = cos(340^@) ~~ 0,94`
`v_y = sin(340^@) ≈ text(-)0,34`
Alle componenten worden ook `500` keer zo groot.
Als `α = 100^@` is de richtingshoek ten opzichte van de negatieve `x` -as `180^@ - 100^@ = 80^@` . Hieruit volgt dat de `y` -component hetzelfde is als bij `α = 80^@` .
Als `α = 100^@` is de richtingshoek ten opzichte van de negatieve `x` -as `180^@ - 100^@ = 80^@` . Hieruit volgt dat de `x` -component hetzelfde is als bij `α = 80^@` , maar dan negatief.
`253^@ = 180^@+73^@` geeft een vector met een richtingshoek van `253^@` gedraaid over `180^@` ten opzichte van een vector met richtingshoek `73^@` . Dit betekent dat de `y` -component negatief is ten opzichte van de vector met hoek `73^@` .
`280^@ = 360^@-80^@` geeft een vector met een richtingshoek van `280^@` gespiegeld in de `x` -as ten opzichte van een vector met richtingshoek `80^@` . Dit betekent dat de `x` -componenten hetzelfde zijn.
Het punt op de eenheidscirkel bij `180^@-α` is het spiegelbeeld van dat bij `α` t.o.v. de `y` -as. De `y` -component van de bijbehorende vector is dus hetzelfde en de sinussen van beide hoeken zijn hetzelfde.
Het punt op de eenheidscirkel bij `180^@-α` is het spiegelbeeld van dat bij `α` t.o.v. de `y` -as. De `x` -component van de bijbehorende vector is dus even groot maar negatief.
`text(-)α` is ten opzichte van de positieve `x` -as dezelfde draaihoek als `α` , maar dan met de klok mee in plaats van tegen de klok in. De `y` -componenten (sinus) zijn tegengesteld van teken.
`text(-)α` is ten opzichte van de positieve `x` -as dezelfde draaihoek als `α` , maar dan met de klok mee in plaats van tegen de klok in. Voor de `x` -componenten (cosinus) maakt dat niks uit, die blijven hetzelfde.
`sin(30^@) = 1/2`
en
`sin(60^@) = (sqrt(3))/2 = 1/2 sqrt(3)`
`cos(30^@) = 1/2 sqrt(3)`
en
`cos(60^@) = 1/2`
`tan(30^@) = 1/(sqrt(3)) = 1/3 sqrt(3)`
en
`tan(60^@) = (sqrt(3))/1 = sqrt(3)`
`sin(45^@) = 1/(sqrt(2)) = 1/2 sqrt(2)`
`cos(45) = 1/(sqrt(2)) = 1/2 sqrt(2)`
en
`tan(45^@) = 1`
hoek | `0^@` | `30^@` | `45^@` | `60^@` | `90^@` |
sinus | `0` | `1/2` | `1/sqrt(2)` | `1/2 sqrt(3)` | `1` |
cosinus | `1` | `1/2 sqrt(3)` | `1/sqrt(2)` | `1/2` | `0` |
tangens | `0` | `1/3 sqrt(3)` | `1` | `sqrt(3)` |
In
Nu is:
`sin(240^@) = text(-)sin(60^@) = text(-)1/2 sqrt(3)`
`sin(300^@) = text(-)sin(60^@) = text(-)1/2 sqrt(3)`
`cos(240^@) = text(-)cos(60^@) = text(-)1/2`
`cos(300^@) = cos(60^@) = 1/2`
`tan(240^@) = sqrt(3)`
en
`tan(300^@) = text(-)sqrt(3)`
Voor een vector met lengte
`1`
en richtingshoek
`α = 45^@`
geldt:
`cos(45^@) = sin(45^@) = 1/2 sqrt(2)`
en
`tan(45^@) = 1`
.
Hieruit volgt:
`sin(135^@) = sin(45^@) = 1/2 sqrt(2)`
`cos(135^@) = text(-)cos(45^@) = text(-)1/2 sqrt(2)`
`tan(135^@) = text(-)1`
`sin(225^@) = text(-)sin(45^@) = text(-)1/2 sqrt(2)`
`cos(225^@) = text(-)cos(45^@) = text(-)1/2 sqrt(2)`
`tan(225^@) = 1`
`sin(315^@) = text(-)sin(45^@) = text(-)1/2 sqrt(2)`
`cos(315^@) = cos(45^@) = 1/2 sqrt(2)`
`tan(315^@) = text(-) 1`
Voor een vector met lengte
`1`
en richtingshoek
`α=30^@`
geldt:
`cos(30^@) = 1/2 sqrt(3)`
,
`sin(30^@) = 1/2`
en
`tan(30^@) = 1/2 sqrt(3)`
.
Hieruit volgt:
`sin(150^@) = sin(30^@) = 1/2`
`cos(150^@) = text(-)cos(30^@) = text(-)1/2 sqrt(3)`
`tan(150^@) = text(-)1/3 sqrt(3)`
`sin(210^@) = text(-)sin(30^@) = text(-)1/2`
`cos(210) = text(-)cos(30^@) = text(-)1/2 sqrt(3)`
`tan(210^@) = 1/3 sqrt(3)`
`sin(330^@) = text(-)sin(30^@) = text(-)1/2`
`cos(330^@) = cos(30^@) = 1/2 sqrt(3)`
`tan(330^@) = text(-)1/3 sqrt(3)`
`60^@` en `300^@` .
De GR geeft `~~text(-)37^@` .
Bekijk de eenheidscirkel, je vindt ongeveer `217^@` en `323^@` .
De GR geeft `~~text(-)31^@` .
Bekijk de eenheidscirkel, je vindt ongeveer `149^@` en `329^@` .
Projecteer de koers van het schip op een eenheidscirkel.
Gebruik de sinus:
`v_y = sin(α)`
om de afstand in noordelijk of zuidelijke richting te bepalen.
`80 sin(235^@)~~text(-)65,5`
km
Het schip heeft zich
`65,5`
km in zuidelijke richting verplaatst.
Gebruik de cosinus:
`v_x = cos(α)`
om de afstand in oostelijke of westelijke richting te bepalen.
`80 cos(235^@)~~text(-)45,9`
Het schip heeft zich
`45,9`
km in westelijke richting verplaatst.
Maak een hoogtelijn
`RS`
op
`PQ`
.
`| PS | = 6 cos(50^@) ≈ 3,857`
`| RS | = 6 sin(50^@) ≈ 4,596`
`| QS | = 4,596 tan(35^@) ≈ 6,564`
`| QR | = 4,596 sin(35^@) ≈ 8,013`
`| PQ | = 10,42`
`| QR | = 8,01`
Maak een hoogtelijn
`MP`
op
`KL`
.
`|PL| = |MP| = 4*cos(45^@) = 4/sqrt(2) = 2sqrt(2)`
`|KP| = (2sqrt(2))/(tan(60^@)) = (2sqrt(2))/(sqrt(3)) = 2/3 sqrt(6)`
`|KM| = (2sqrt(2))/(sin(60^@)) = (2sqrt(2))/(1/2sqrt(3)) = 4/3 sqrt(6)`
`|KL| = |KP|+|PL| = 2/3 sqrt(6) + 2sqrt(2)`
`v_x = 3*cos(135^@) = text(-)1,5sqrt(2)` en `v_y = 3*sin(135^@) = 1,5sqrt(2)`
`v_x = 5*cos(210^@) = text(-)2,5sqrt(3)` en `v_y = 5*sin(210^@) = text(-)2,5`
`v_x = 4*cos(320^@) ≈ 3,06` en `v_y = 4*sin(320^@) ≈ text(-)2,57`
`v_x = cos(270^@) = 0` en `v_y = 2*sin(270^@) = text(-)2`
`alpha ~~ 68^@` en `alpha ~~ 360-68 = 292^@` .
`alpha ~~ 22^@` en `alpha ~~ 180^@-22^@ = 158 ^@` .
`alpha ~~ 112^@` en `alpha ~~ 360^@-112^@ = 248^@` .
`alpha ~~ 360-22 = 338^@` en `alpha ~~ 180^@+22^@ = 202^@` .
`cos(alpha) = cos(text(-)alpha)` en `cos(alpha) = text(-)cos(180^@ - alpha)`
`90^@` en `270^@`
`0^@` en `360^@`
Teken de hoogtelijn `CD` op het verlengde van `AB` .
`|DC| = 5*sin(60^@) = 2,5sqrt(3)`
. Omdat
`angle DBC = angleBCD = 45^@`
(
`angleCDB = 90^@`
) geldt ook dat
`|DB| = 2,5sqrt(3)`
(gelijkbenige driehoek). Verder geldt
`|AD| = sqrt(5^2 - (2,5sqrt(3))^2) = 2,5`
en dus
`|AB| = 2,5sqrt(3)-2,5`
.
Kan ook als volgt:
`|AD| = 5*cos(60^@) = 2,5`
.
`sin(45^@) = (2,5sqrt(3))/|BC|`
geeft
`|BC| = (2,5sqrt(3))/(1/2sqrt(2)) = 2,5sqrt(6)`
.
(Of
`|BC| = sqrt((2,5sqrt(3))^2+(2,5sqrt(3))^2) = sqrt(37,5) = sqrt(6,25*6) = 2,5sqrt(6)`
.)
`2*7*cos(20^@) ~~ 13,2` N
`8*cos(20^@)+6*cos(15^@) ~~ 13,3` N
In situatie a. De netto zijwaartse kracht is dan nul.
`|EH| = 2,5sin(65^@) ~~ 2,267`
`|CH| = 2,5cos(65^@) ~~ 1,057`
`|EI| = 1/2|AB| - |CH| ~~ 3 - 1,057 = 1,943`
`|GI| = sqrt(|EG|^2-|EI|^2) ~~ sqrt(2,5^2 - 1,943^2) ~~ 1,573`
Hoogte `= 3 + |EH| + |GI| ~~ 3 + 2,267 + 1,573 ~~ 6,84` m.
`sin(angle IEG) = |GI|/|EG| ~~ {:1,573:}/{:2,5:} ~~ 0,6292`
`arcsin(0,6292) ~~ 39^@` , dus de hellingshoek van de bovenste dakdelen is ongeveer `39^@` .
Noem de plaats waar de piloot van koers veranderde
`V`
en de plaats waar de noodlanding plaatsvond
`N`
.
De horizontale component van vector
`vec(TV)`
heeft een lengte van
`420*cos(60^@) = 210`
en de verticale component heeft een lengte van
`420*sin(60^@) = 210sqrt(3)`
.
De horizontale component van vector `vec(VN)` heeft een lengte van `180*sin(10^@) ~~ 31,26` en de verticale component heeft een lengte van `180*cos(10^@) ~~ 177,27` .
De horizontale component van vector `vec(TN)` heeft een lengte van `210 + 180*sin(10^@) ~~ 210 + 31,26 ~~ 241,26` en de verticale component heeft een lengte van `210sqrt(3) - 180*cos(10^@) ~~ 363,73 - 177,27 ~~ 186,47` .
De verplaatsingsvector is ongeveer `((241,26),(186,47))` .
De helicopter moet dus ongeveer `186,5` km naar het noorden en `241,3` km naar het oosten.
ongeveer `236^@` en `304^@`
`150^@` en `210^@`
`vec(PQ) = ((12),(text(-)5))` , dus `|vec(PQ)| = 13` en de gevraagde hoek is ongeveer `337,4^@` .
Als `vec(OR) = vec(v)` , dan is `v_x = text(-)6,5` en `v_y = 6,5sqrt(3)` .
Dus `R(text(-)6,5; 6,5sqrt(3))` .
`| AB | = 5 sqrt( 3 ) -5` en `| BC | = 5 sqrt( 2 )`