Vectoren en goniometrie > Sinus, cosinus en tangens
123456Sinus, cosinus en tangens

Voorbeeld 2

Een schip vaart `40` kilometer met een koers van `115^@` ten opzichte van het noorden. Dergelijke kompaskoersen worden altijd met de klok mee gemeten. Hoeveel heeft het schip zich in noordelijke of zuidelijke richting verplaatst?

> antwoord

Projecteer de koers van het schip op een eenheidscirkel.
Gebruik de sinus: `v_y = sin(α)` om de afstand in noordelijk of zuidelijke richting te bepalen.
Beredeneer dat `40sin(335^@) ~~ text(-)16,9`  km.
Het schip heeft zich `16,9` km in zuidelijke richting verplaatst.

Opgave 9

Een schip vaart `80` kilometer met een koers van `215^@` ten opzichte van het noorden. Hoeveel heeft het schip zich in noordelijke of zuidelijke richting verplaatst? En hoeveel in oostelijke of westelijke richting? Geef je antwoorden in één decimaal.

verder | terug