Vectoren en goniometrie > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Achtergronden

Met een staaf van een bepaalde lengte werden in de oude culturen de posities van de zon, de maan en andere hemellichamen vastgelegd. Bij elk punt aan de hemel hoort een bepaalde "schaduw" en een bepaalde hoek. Er is een verband tussen hoek `A` en punt `P` aan de hemel. Goniometrie (hoekmeting) speelt daarom van oudsher een grote rol in de sterrenkunde.

De beroemde Alexandrijnse astronoom Ptolemaeus (87—168 vermoedelijk) gaf rond 150 na Chr. in zijn boek "Almagest" een tabel de lengtes van de koorden bij bepaalde cirkelhoeken. De Indiërs gaven in de 7de eeuw bij een gegeven middelpuntshoek de lengte van de halve koorde. Via het Arabisch is het woord voor "halve koorde" in de 12de eeuw in het Latijn vertaald als "sinus" (wat "bocht" of "boezem" betekende). Het woord "cosinus" is de afkorting voor "complementi sinus" (de sinus van het complement). Met "complement" wordt de hoek bedoeld die de gegeven hoek aanvult tot `90^@` .

verder | terug