Hier zie je een cirkel om
`O`
met straal
`5`
en de lijn
`l: y = text(-)0,75x + 6,25`
.
Lijn
`l`
raakt de cirkel in
`P`
.
Wat weet je van de hoek tussen lijnstuk `OP` en lijn `l` ? Waarom weet je dat zo zeker?
Ga na, dat ook `Q(4, 3)` een punt van de cirkel is. Bepaal de richtingsvector van lijn `OQ` . Kun je hiermee een vectorvoorstelling en een vergelijking van de raaklijn in `Q` aan de cirkel opstellen?