Parametervoorstellingen > Raaklijnen
123456Raaklijnen

Voorbeeld 3

Als twee cirkels elkaar raken, dan hebben ze precies één gemeenschappelijk punt. In dat punt hebben ze ook een gemeenschappelijke raaklijn. Laat zien dat de twee cirkels `c_1` gegeven door `(x, y) = (5 cos(t), 5 sin(t))` en `c_2` gegeven door `x^2 + y^2 - 24x - 18y + 125 = 0` elkaar raken en dat hun gemeenschappelijke raaklijn loodrecht staat op de lijn die door beide middelpunten gaat.

> antwoord

Als je de snijpunten van beide cirkels berekent, dan vind je alleen het punt `P(4, 3)` . Omdat dit het enige gemeenschappelijke punt van beide cirkels is raken ze elkaar daar.

De raaklijn aan `c_1` staat loodrecht op `vec(OP) = ((4),(3))` omdat `O` het middelpunt van `c_1` is en `P` een punt van die cirkel is. De vergelijking van die raaklijn is daarom `4x + 3y = 25` .
De raaklijn aan `c_2` staat loodrecht op `vec(MP)` waarin `M` het middelpunt van `c_2` is. Ga zelf na, dat `vec(MP) = ((text(-)8),(text(-)6))` , dus precies een veelvoud van `vec(OP)` . Die raaklijn heeft daarom dezelfde vergelijking als de raaklijn aan `c_1` en beide stralen liggen in elkaars verlengde.

Opgave 9

In Voorbeeld 3 wordt gesproken over het raken van twee cirkels. Er zijn twee cirkels gegeven.

a

Bereken zelf hun gemeenschappelijke punt `P` .

b

Laat zien dat de raaklijn aan `c_2` in punt `P` een vergelijking heeft die gelijkwaardig is met die van de raaklijn aan `c_1` in punt `P` .

Opgave 10

Gegeven zijn de cirkels `c_1` door `x^2 + y^2 = 8` en `c_2` door `(x - 4)^2 + (y - 4)^2 = 72` .

a

Laat met een berekening zien dat beide cirkels elkaar raken.

b

Stel een vergelijking op van de gemeenschappelijke raaklijn van beide cirkels.

c

Stel een vergelijking op van de cirkel `c_3` die beide gegeven cirkels raakt.

verder | terug