Statistische methoden > Data ordenen
1234567Data ordenen

Uitleg

Gegevens kun je ook verwerken in een diagram. Dat is vaak overzichtelijker. Er zijn veel soorten diagrammen.

Het beeld-, staaf- en cirkeldiagram zijn veelvoorkomende soorten. Deze worden vooral gebruikt voor kwalitatieve variabelen.

Voor kwantitatieve variabelen zijn er meer mogelijkheden, namelijk een histogram, een (relatieve) frequentiepolygoon en een (relatieve) cumulatieve frequentiepolygoon.

Een "histogram" is een soort staafdiagram. Iedere staaf staat voor de betreffende maat per klasse. Omdat de klassen op elkaar aansluiten, staan de staven ook tegen elkaar aan.

Een "frequentiepolygoon" ontstaat door in een histogram de middens van de bovenkanten van de staven te verbinden met lijnstukken.

Een "cumulatieve frequentiepolygoon" krijg je door in een cumulatief histogram de linkerkant van de eerste staaf, waar de cumulatieve frequentie `0` is, te verbinden met de rechter bovenkanten van de volgende staven.

Voor het maken van dergelijke diagrammen maak je gebruik van Excel of van je grafische rekenmachine, zie het Practicum .

histogram

frequentiepolygoon

cumulatief frequentiepolygoon

Opgave 3

Bekijk Uitleg 2.

a

Wat is het verschil tussen een histogram en een staafdiagram?

b

Welke extra afleesmogelijkheid is vaak waardevol bij histogrammen en hun bijbehorende frequentiepolygonen?

Opgave 4

Gebruik de gegevens uit Uitleg 2.

a

Maak zelf een cumulatief relatief histogram van de lengtes van meisjes.

b

Maak zelf een cumulatieve relatieve frequentiepolygoon.

c

Hoeveel procent van de meisjes is korter dan `180` cm?

verder | terug