Statistische methoden > De wortel-n-wet
1234567De wortel-n-wet

Verkennen

Opgave V1
`t` `0` `1` `2`
`text(P)(T=t)` `1/3` `1/3` `1/3`
`b` `1` `2` `3` `4`
`text(P)(B=b)` `1/4` `1/4` `1/4` `1/4`

Een reiziger gaat heen met de tram en terug met de bus. Op de tram hoeft hij maximaal twee minuten te wachten en op de bus terug maximaal drie minuten. Ga ervan uit dat de wachttijd voor de tram onafhankelijk is van de wachttijd voor de bus.

Voor de wachttijden, in hele minuten, van deze reiziger op de tram ( `T` ) en de bus ( `B` ) gelden de kansverdelingen hiernaast.

Maar hoe zit het met zijn totale wachttijd `W` ?

a

Bereken voor zowel `T` als `B` het gemiddelde en de standaardafwijking.

b

Kun je zeggen dat de gemiddelde wachttijd `T + B` gelijk is aan de som van de wachttijden van `T` en  `B` ? En hoe zit dat met de standaardafwijkingen?

c

Maak een verdeling van de totale wachttijd `T + B` op dit traject.
Reken hiermee je antwoord bij b na.

verder | terug