Wiskunde en rekenmachines > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Achtergronden

In de 17e eeuw werd door de Isaac Newton (1642—1727) en Wilhelm Gottfried Leibniz (1646—1716) onafhankelijk van elkaar het differentiëren en het integreren ontdekt. Met name in die tijd werd er in die landen veel gewerkt aan methoden om vergelijkingen op te lossen, functiewaarden te berekenen en integralen te bepalen. Daarbij werden diverse benaderingsmethoden bedacht:

  • De Engelse wiskundige Brook Taylor (1685—1731) bedacht dat veel functies kunnen worden benaderd door een optelling van machten, door een machtreeks. In dit onderwerp vind je daar een vereenvoudigde versie van die Taylorbenadering is genoemd.

  • De Engelse wiskundige Joseph Raphson (1648—1715) publiceerde in zijn "Analysis Aequationum Universalis" een benaderingsmethode voor het oplossen van vergelijkingen. Omdat die methode echter eerder werd ontdekt door Isaac Newton heet hij de Newton-Raphson-methode.
    De halveringsmethode wordt vooral gebruikt als de Newton-Raphson-methode niet goed werk omdat oplossingen dicht bij elkaar liggen.

  • De Engelse wiskundige Thomas Simpson (1710—1761) bedacht de regel van Simpson om integralen te benaderen. Ook deze benaderingsmethode was trouwens eerder door Newton bedacht, maar de naam Simpson is er toch aan blijven hangen.
    Een alternatief is de trapeziummethode die echter meestal minder nauwkeurig is.

Het vinden van benaderingsmethoden behoort tot de zogenaamde "numerieke wiskunde" . Er zijn inmiddels nog veel meer van dergelijke algoritmen bedacht. Ze zijn zeker in de moderne tijd van groot belang omdat ze in machines kunnen worden geprogrammeerd.

verder | terug