Geef van de formules aan wat ze beschrijven: een verband tussen variabelen, een rekenregel of een vergelijking die je kunt oplossen. Geef ook aan of je er een grafiek bij kunt maken.
`3*(2x + y) = 6x + 3y`
`2x-4=x+5`
`y = 2x^2+4`
`R=p*q`
Een boot staat aan de top van een vlakke helling en wordt met een constante snelheid te water gelaten. De hoogte `h` (in centimeter) van de onderkant van de boot boven het water wordt gegeven door de formule `h=1500-400t` , waarbij `t` de tijd in minuten is. Het laagste punt van de helling ligt onder water.
Teken de grafiek bij de formule.
Na hoeveel tijd (in seconden nauwkeurig) raakt de onderkant van de boot net het water?
De boot ligt na `4,5` minuten volledig in het water. Hoeveel centimeter ligt de onderkant van de boot dan onder water?
Voor een telefoonabonnement wordt de formule `K=0,08+24/a` gebruikt, waarbij `a` het aantal belminuten per maand is en `K` de totale kosten in euro per belminuut.
Wat zijn de vaste kosten en wat zijn de kosten die je voor elke gebelde minuut moet betalen?
Teken deze grafiek bij de formule. Neem een maximum van `200` belminuten.
Bij hoeveel belminuten betaal je `12` eurocent per minuut?
Een elektrische weerstand wordt aangesloten op een spanning van `200` Volt. Met behulp van een ampèremeter kun je de stroomsterkte meten. Voor deze situatie geldt de wet van Ohm: `U=I*R` waarin `U` de spanning in V (Volt), `I` de stroomsterkte in A (Ampère) en `R` de weerstand in Ω (Ohm).
Bij een spanning van `200` Volt beschrijft de wet van Ohm het verband tussen `I` en `R` . Welke formule hoort daar bij? En welke eenheden horen bij deze formule?
Teken de grafiek bij deze formule. Zet `R` op de horizontale as.
Welke stroomsterkte wordt er gemeten als `R = 15` ?
Voor de inhoud `I` van een balk met hoogte `4` centimeter geldt de formule `I=4*l*b` , waarbij `l` de lengte en `b` de breedte van de balk is.
In welke eenheid moet `I` worden uitgedrukt als de lengte en breedte in centimeters zijn?
Welke grootheden komen er in de formule voor?
Stel dat je zo'n balk hebt met een inhoud van
`64`
cm3.
Welke formule hoort hier bij? Teken ook de grafiek bij de formule, waarbij
`l`
op de horizontale as komt.
Teken in de grafiek die je bij c hebt getekend ook de lijn `b=l` . Deze lijn snijdt de grafiek van b, wat betekent dit snijpunt voor de balk?